Interpretatie van vragen hoofdstuk 24 – Traditionele Vaartuigen
De vragen over de certificering van traditionele vaartuigen middels Artikel 24 van het ESTRIN die ingebracht zijn in het CESNI zijn behandeld. CESNI heeft de interpretaties van de Nederlandse delegatie over traditionele vaartuigen overgenomen en geformaliseerd ESTRIN-FAQ (cesni.eu). Bekijk de antwoorden hier.
Artikel 24 van ESTRIN maakt het mogelijk om voor een traditioneel schip dat geen CvO had of een nieuw gebouwde replica toch een certificaat te krijgen. Voor de erkenning of een schip een traditioneel vaartuig is, is Stichting ATV (Stichting Adviesorgaan Traditionele Vaartuigen) opgericht. Opname in het Register Varend Erfgoed Nederland is dus niet voldoende. Stichting ATV heeft inmiddels diverse schepen aangemerkt als “Traditioneel vaartuig”. Daarna moet het voldoen aan dezelfde veiligheidsniveau als schepen in ESTRIN, maar dit kan mogelijk op andere manieren gerealiseerd worden.
De volgende stap is nu dat ILT voor ieder schip het normenkader vaststelt. Ook moet duidelijk worden hoe de onderzoeken (inspecties) aan boord moeten worden uitgevoerd en hoe we om moeten gaan met het normenkader. Hiervoor is overleg tussen ILT, Stichting Adviesorgaan Traditionele Vaartuigen, keuringsinstanties en belangenverenigingen nodig. Het zou mooi zijn als dit op een niet al te lange termijn met elkaar afgestemd kan worden.
Lees het gehele artikel op de bron: Bureau Scheepvaart Certificering
Afbeelding: een replica als de Witte Swaen zal via Hoofdtuk 24 gecertificeerd moeten worden, of aan alle nieuwbouweisen van ESTRIN moeten voldoen.