Schippers van weleer

Teunis de Leeuw van Weenen 1913-1968 Josina Sofi a Lenten 1914-

Het levensverhaal van Teun en Josina is er één van liefde. Een jongen uit een zeegaand schippersgezin en een walmeisje met dove ouders. Hun beider partnerkeuze was niet logisch; hun ouders hadden het liever anders gezien. Al stelden ze dat vooroordeel uiteindelijk bij.

Teun en Josina ontmoetten elkaar als kleuters. Het gezin De Leeuw van Weenen voer met een zeilklipper op Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. Teun was op zee geboren. Aan het einde van de eerste Wereldoorlog belandde het gezin in Vreeswijk. Over land; varen was gevaarlijk vanwege zeemijnen. Ze woonden bij familie terwijl vader Pieter uitkeek naar een schip.

Hij kocht een klipper en noemde haar Azolla. Naar het kroos dat de Nederlandse wateren bedekte. In 1920 ging het gezin weer aan boord. Teun volgde in 1923, na zijn schooltijd. Al die tijd woonde hij bij Josina in de straat. Vader Pieter voer graag met familie. Toen zijn zoons ouder werden, kocht hij een tweede schip. Zo kon hij een breed gebied bedienen: het ene schip voer lading over zee, het andere bracht het verder het binnenland in. Teun wisselde af tussen zee en rivieren.

Intussen woonde Josina in Vreeswijk. Ze hielp in de kleermakerij van haar dove ouders. Die zagen de verkering met Teun met leedwezen aan. Josina was hun contact met de buitenwereld. Een zeeman zou haar ver van hen wegvoeren.

Lees het hele artikel van Corine Nijenhuis op haar website 

Foto: De Azolla op het IJsselmeer. (Foto collectie familie De Leeuw van Weenen)