Nieuws

Over de levens van schepen en mensen, Zes Broeders

Kornelis Bootsman (1882-1956) uit Delfzijl, zoon van een turfschipper, was al op heel jonge leeftijd gaan varen en wilde, evenals zijn vader en broers, een eigen schip. Bij Scheepswerf Wed. Ype de Jong in het Groningse Ruischerbrug aan het Damsterdiep liep voor rekening van de weduwe J. Smedema in Groningen een 130 tons koftjalk van stapel. Op 14 augustus 1911 mocht Kornelis Bootsman zich eigenaar noemen van de Zes Broeders.

De tjalk mat 99 brt, 60 nrt, was 26,13 meter lang, 5,26 meter breed en had een diepgang van 2,08 meter. Bootsman bracht het schip als Zes Broeders in de vaart. De naam verwees naar de zes broers Willem, Mattheus, Frans, Jan, Jelte en Kornelis Bootsman.

Motorisering
Na 13 jaar te hebben gezeild, waarbij wind, stroom en goed zicht de snelheid van de reis bepaalden, werd in augustus 1924 een Brons tweetakt gloeikopmotor van 50 pk ingebouwd in de Zes Broeders.

Bijna zes jaar later, op 21 februari 1930, verkocht Bootsman de Zes Broeders aan plaatsgenoot Jacob Oorburg, die haar Electra doopte. Maar amper vier dagen later gingen de eigendomspapieren al over in handen van Klaas Beck in Groningen, die haar zonder naamswijziging in bevrachting gaf bij E. Wagenborg’s Scheepvaart- & Expeditiebedrijf NV in Delfzijl. Beck op zijn beurt verkocht het schip vier jaar later aan Herwig de Boer uit Delfzijl die haar hernoemde in Riebo.

Lees het gehele artikel op de bron: Schuttevaer.nl, alleen voor abonnees

De Zes Broeders wordt momenteel gerestaureerd door Just Settels, hiernaast een afbeelding van het schip, liggend In Vreeswijk.

Openingsafbeeldin: Staatsieportret Zes Broeders 1909 (collectie J. Settels)