Archeologie, Musea en Behoud

Sleepboot Goudvisch na jarenlange restauratie weer onder stoom

Na 11 jaar is de sleepboot Goudvisch weer onder stoom. Eigenaar Kees Boekweit kwam per toeval aan het in 1913 gebouwde scheepje. ‘Ze lag eigenlijk weg te roesten toen we haar vonden, zo zonde.’

Boekweit heeft al 46 jaar de sleepboot Hercules, een klein zeeslepertje uit 1915. Ze schitterde drie keer in een grote film, waaronder Op hoop van Zegen en staat ook twee keer in het Guinness book of records met de langste sleep. Bovendien fungeert ze als start- en finishschip voor de Hendrik Willem van Loon Hardzeildag.
Toen de Hercules tijdens zo’n Hardzeildag bij een tweemaster opzij lag, vertelde die buurman dat hij nog wel een leuk klein slepertje wist te liggen. Hup, met het hele gezin naar Grembergen in België, waar het scheepje in een getijdenhaventje lag. Moeder en dochter zagen alleen oudijzer, vader en zoon waren verkocht. ‘Toen we aan boord stapten, herkende ik de boot aan het kachelpijpje bij de beting. Ik had daar eens een foto van gezien. Op deze foto was een halve naam zichtbaar. Via collega’s op mijn werk is een zoektocht begonnen en uiteindelijk kwam de scheepsnaam Goudvisch boven water.’
Boekweit kocht de boot en bracht haar naar Schiedam, waarna een stichting werd opgericht. Toen begon de restauratie, waarvoor hij maximaal vijf jaar dacht uit te trekken. ‘Inschattingsfoutje’, lacht hij. De hele opbouw werd eraf gehaald en een grote groep vrijwilligers begon met beton weghakken. ‘Hadden ze als ballast aangebracht.’ Het bleek dat het vlak zo slecht was, dat het moest worden vernieuwd.

Motor

De GM dieselmotor ging naar een museum in Arnhem, waar hij in een motorvletje is gezet. ‘Ik wilde een stoomboot, daarom ging die motor eruit.’ Bij toeval vond hij bij het Stoommachinemuseum in Medemblik een geschikte stoommachine. ‘De familie van de oprichter van het museum had deze machine uit 1911 in een parkje gezet. Ze gunden ons deze machine, dus die hebben we opgehaald. Dat machientje had bijna 50 jaar stilgestaan en moest helemaal uit elkaar.’
Toen was Boekweit er nog niet, want er ontbrak nog een stoomketel. ‘Er kwam op de bonnefooi iemand langs die een hobbyist bleek. Hij had thuis in het Westland nog een ketel staan uit 1901. Voor een klein centje konden we die overnemen, want hij vond het een mooi project en komt nog geregeld langs.’
Ook aan de ketel moest veel worden gedaan, waaronder nagelgatonderzoek op haarscheuren, een diktemeting en berekeningen op treksterkte. Er moesten twee stompen van de ketel af en drie erbij geklonken en de vlam- en steunpijpen moesten worden vernieuwd.

Stoom

De Goudvisch heeft vorig jaar haar eerste proefvaart gemaakt en kan sinds kort weer onder stoom varen. Ze haalt 12 npk. ‘We zijn hier heel trots op. We hopen dat er geen strenge regelgeving komt die opeens stoommachines verbiedt. We varen af en toe en zien haar als varend museumstuk.’
Bedoeling is dat de Goudvisch wordt ingezet bij bijzondere gelegenheden. Zo vaart ze zondag 5 mei bij het Jenever-museum in Schiedam voor het presenteren van de Vriendenfles. Zaterdag 11 mei, Molendag, mag ze samen met de Heibok 4 bij molen de Kameel liggen en ze gaat vanzelfsprekend naar Dordt in Stoom. ‘We varen op uitnodiging. Eigenlijk zijn we nog niet helemaal klaar. We zijn nog aan het klussen, maar dat heb je met een boot, die is nooit af.’

Lees het hele artikel in de Schuttevaer (alleen voor abonnees).