Salonboten Amsterdam in de knel door strengere eisen
In Amsterdam lopen eigenaren van klassieke rondvaartschepen aan tegen problemen. Banken zijn terughoudend bij het verstrekken van leningen voor verduurzaming van de schepen als de lopende vergunning nog maar kort geldig is.
De looptijden van de vergunningen is beperkt tot acht jaar. Daardoor wordt nogal eens een lening geweigerd, als het onzeker is of je bijvoorbeeld over drie jaar weer een nieuwe vergunning krijgt om te mogen varen op de grachten of voor een ligplaats. Het ombouwen van een salonboot van diesel naar elektrisch kost al snel 150.000 tot 200.000 euro. Met de invoering van de emissievrije zone per 1 januari 2025 moet de bevoorrading van de schepen straks ook elektrisch gebeuren.
Vergroenen
Sacha Emmerik is samen met Alfred Vellekoop eigenaar van Rederij Belle. Hij is groot voorstander van vergroenen van de vloot. In 2015 liep hij voorop om ook zonne-energie toe te passen op de salonboot Belle van Zuylen. Vanwege dat initiatief kreeg hij toen zelfs een vergunning voor onbeperkte tijd.
Een jaar later echter werd dat bepaalde tijd doordat de gemeente het vergunningstelsel aanpaste Daar lopen nu nog rechtszaken over bij de Raad van State. Emmerik is huiverig en weet eigenlijk niet goed hoe hij de laatste twee boten van het bedrijf moet verduurzamen door het besluit van Amsterdam. In 2025 moeten de schepen elektrisch varen; sommige schepen hebben een jaar uitstel. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Adeline.
Die salonboot is de volgende kandidaat op de lijst bij Rederij Belle voor elektrificatie. Het vaartuig is in 1926 gebouwd en ruim 20 meter lang en 3,62 meter breed. Om het schip elektrisch te maken moet het volledige interieur op de schop en zal het schip maanden buiten gebruik zijn. De schroefas en de John Deere van 130 pk moeten eruit, vervolgens is het zaak voldoende plaats te vinden voor accu’s. De accu’s moeten ook de catering van stroom voorzien en wegens de lange vaartochten buiten Amsterdam minimaal voor tien uur capaciteit hebben. Dus zware accu’s met hogere capaciteit. Qua ruimte een hele puzzel op een klein schip.
Minimaal verbruik
De dieselmotor gebruikt in de grachten maar 4 liter per uur. De klassieke salonboten hebben gemiddeld ongeveer tachtig vaardagen per jaar. Met tochten van drie uur kom je uit op een verbruik van maar 960 liter per jaar. Daardoor knelt het met terugverdienen van de investering in elektrisch varen. Daar is al snel vijftien jaar voor nodig.
“Daarbij komt nog eens de vraag: zijn wij wel degenen waarom dat nieuwe vergunningstelsel ingevoerd moet worden? Een van de redenen van Amsterdam is overlast van passagiers en plat vermaak. Wij varen met families, bedrijven, trouwerijen en zelfs begrafenissen, ofwel nauwelijks met toeristen die volgens de gemeente Amsterdam voor overlast zorgen, alleen Nederlanders.”
Waar Emmerik ook raar van opkijkt, is dat de klassieke schepen met zo weinig vaaruren ten opzichte van de doorlopend varende rondvaartboten zo’n enorme investering moeten doen. “Als je op het IJ en in de grachten kijkt, varen er veerponten volcontinu op gasolie en tegenwoordig een klein deel ook hybride.” Waternet vaart met werkschepen op gasolie evenals de politie, havendienst (biobrandstof) en brandweer. Zij hebben allemaal een vrijstelling. Zijn reactie hierop is dan ook: “De overheid niet en wij wel? Wij pleiten voor het varen erfgoed dan ook voor een ander beleid.”
Stichting Salon Vloot Amsterdam
In 20023 is de Stichting Salon Vloot Amsterdam (SVA) opgericht naar aanleiding van het gewijzigde rondvaartbeleid van Amsterdam. Nieuw beleid is goed maar een eerlijke behandeling van maritiem erfgoed is nog beter, vinden de initiatiefnemers. Zij maken zich er hard voor dat de 26 ingeschreven klassieke salonschepen behouden blijven voor de grachten.
“Hun eigenaren zien de drukte en overlast toenemen op de gracht en zij hebben er part noch deel aan”, zegt voorzitter Reinhard Spronk. “Door het gewijzigde beleid van de gemeente Amsterdam is het bestaansrecht van deze schepen in gevaar gebracht. Geen van deze boten draagt bij aan de drukte op het water van Amsterdam.” De historische salonboten richten zich voornamelijk op de private en zakelijke rondvaart.
Maatregelen
Vanaf 1 januari 2025 moeten passagiersvaartuigen in Amsterdam emissievrij varen. Dit beleid is sinds 2013 bekend. Voor reders was tot 2015 een subsidieregeling beschikbaar om te verduurzamen.
Er worden maximaal 550 vergunningen uitgegeven voor de rondvaart. “Het volumebeleid is een belangrijk onderdeel van het beheersen van de bezoekerseconomie”, stelt de gemeente in reactie op vragen. De doelstellingen zijn: het garanderen van een vlotte en veilige doorvaart en het verminderen van drukte en overlast op het water om de leefbaarheid in de stad te bevorderen. “Rondvaarten zijn een typische toeristische trekpleister, waarbij salonvaartuigen een gemengd publiek bedienen, net als andere rondvaartboten. Deels Nederlandse toeristen en dagjesmensen.”
“In Amsterdam draagt iedereen bij aan de reductie van uitstoot in de stad. Dat betekent dat wij een inspanning vragen van alle voer- en vaartuigen van brom- en snorfietsen, bestelbusjes, van passagiersvaart tot pleziervaart. Hoewel het effect per individuele reder beperkt lijkt, heeft de totale bijdrage van uitstootvrij varen een aanzienlijk effect op de totale mobiliteitsemissie.”
De gemeente geeft geen antwoord op vragen over de emissie door vaartuigen van (semi-)overheden en het niet kunnen verstrekken van leningen door banken, doordat de exploitatievergunningen onzeker zijn.
Lees dit artikel van Evert Bruinekool in de Binnenvaartkrant.