Nieuws

120 jaar oude Belém brengt Olympische vlam naar Marseille

Na 12 dagen varen bereikte de Olympische vlam Marseille, minder dan drie maanden voor de start van het grote zomerevenement. Wat is de geschiedenis van de Belém?

Het laatste Franse driemastschip werd in 1896 in de stad Nantes gebouwd. Tot 1914 werd de Belém gebruikt als koopvaardijschip. Suiker, cacao en koffie werden van West-Indië, Brazilië en Frans Guyana naar Nantes vervoerd. Op 8 mei 1902 ontsnapten de Belém en zijn bemanning aan een ramp, toen de vulkaan Pelée uitbarstte in Saint-Pierre, Martinique. Aangekomen voor de grote uitbarsting lagen er al te veel schepen op de rede. Geïrriteerd dat hij nergens kon ankeren, ging kapitein Julien Chauvelon in plaats daarvan kilometers verderop voor anker. Deze stap redde hem en zijn bemanning van de dodelijkste uitbarsting van de 20e eeuw, die 29.000 mensenlevens eiste.

Een luxe transformatie

Toen de Eerste Wereldoorlog begon werden veel van de commerciële zeilschepen vernietigd, maar Belém was een veel beter lot beschoren. Zij werd verkocht aan de 2e hertog van Westminster, Hugh Grosvenor. Met een paar wijzigingen, waaronder de toevoeging van twee 300HP Bolinder Diesel-motoren, een luxe interieur en de kenmerkende Victoriaanse balusters werd de Belém omgetoverd tot het elegante plezierjacht van Grosvenor.

De wereldtournee van Guinness

Het driemastschip wisselde opnieuw van eigenaar in 1922, en werd gekocht door Sir Ernest Guinness, erfgenaam van de gelijknamige brouwerij. Hij herdoopte het schip tot Fantome II. Guinness zeilde in 1923, vergezeld door zijn dochters Maureen, Oonagh en Aileen, de wereld over door het Suez- en Panamakanaal. Uiteraard onder Britse vlag. Toen de Tweede Wereldoorlog naderde, werd het schip afgemeerd in Cowes, Isle of Wight, waar het bleef, ook na het overlijden van Sir Guinness in 1949.

Italiaans eigendom en aanpassingen

Twee jaar later kocht de Veneziaanse graaf Vittorio Cini de Fantome II. Hij noemde haar de Giorgio Cini naar zijn overleden zoon, die in 1949 omkwam bij een tragisch vliegtuigongeluk. Met het idee om het schip te gebruiken voor maritieme training, bouwde Cini haar om van bark tot barkentijn. Ook paste hij het interieur aan om een grotere accommodatie voor trainees mogelijk te maken. De Giorgio Cini werd tot 1965 met succes gebruikt als trainingsschip. Daarna werd ze te oud geacht voor gebruik als opleidingsschip en werd ze afgemeerd op het eiland San Giorgio Maggiore, Venetië.

Terug in Frankrijk

In 1979 werd het driemastschip verkocht aan een Franse arts en gepassioneerd botenliefhebber, Luc Gosse, die haar redde en repatrieerde met de hulp van de stichting die haar naam draagt. Prachtig gerestaureerd is het schip nu een ambassadeur van Frankrijk. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de Belém werd verkozen om de Olympische vlam van Griekenland naar Frankrijk te varen

Het passeren van Stromboli in Italië op weg naar Marseille met de Olympische vlam roept historische herinneringen op. De driemaster ligt voor een van de meest actieve vulkanen van Europa. Voor de gelegenheid organiseert de kapitein en de koks een verrassingsbuffet met uien voor de bemanning. De Olympische vlam maakt ook deel uit van de viering, net als de vulkaan, die een uitbarsting heeft gereserveerd voor de bemanning. Op zaterdag 8 mei arriveert de Belém in Marseille, verwelkomd door een enorme vloot en duizenden mensen op de kade.

Lees hier de bron van dit verhaal en meer op Wikipedia.