Hoogaarzen weer vaarklaar na winterbeurt
Strakker in de lak (hardhoutolie) dan ooit tevoren, liggen hoogaars Andries Jacob (YE 36), hengst Drie Gebroeders (TH 49) en jachthoogaars Alcyon dinsdag net na de middag in de Vlissingse Binnenhaven. Als zaterdag de Sloebrug weer open kan, vertrekken ze naar hun ‘zomerverblijf’ bij de sluizen in Veere.
Vrijwilligers hebben de hele winter gewerkt aan het onderhoud van de drie grootste schepen van de Stichting Behoud Hoogaars (SBH). Voor het eerst in hun eigen loods aan de Jachthavenweg, direct aan het Kanaal door Walcheren. Die plek aan het kanaal is prachtig, maar de hoogaarzen moeten met een kraan te water worden gelaten in de Tweede Binnenhaven. Een grote helling direct voor de deur blijft voorlopig een wens.
De nieuwe loods is zo groot dat de drie grootste schepen van SBH tegelijkertijd naar binnen kunnen voor hun winterbeurt. Er is ruimte voldoende om aan alle drie de vaartuigen tegelijkertijd te werken. Door corona mochten maar een beperkt aantal mensen tegelijkertijd de loods in. ,,We hebben deze winter vaak in ploegen gewerkt. En op die manier is er toch heel veel tijd in het onderhoud gestoken. Ik denk dat er wel twee keer zoveel lagen hardhoutolie op de schepen zit dan in voorgaande jaren”, onthult bestuurslid huisvesting Carel Flipse.
Niet langer steenkoud
De arbeidsomstandigheden zijn een stuk beter dan tussen 2014 en 2020. De Stichting Behoud Hoogaars had die jaren een zee van ruimte in de Machinefabriek. ,,Maar het kon wel steenkoud zijn daar. De temperatuur in onze loods is een stuk aangenamer”, zegt voorzitter Bart Bouwmeester. Nu de winterstalling annex werkplaats eigendom van de stichting zelf is, kan de loods ook het hele jaar worden gebruikt.
Dat geeft de stichting de kans om ook de nieuwste aanwinst, hoogaars Windroos, voor onderhoud binnen te halen. De Windroos is het schip van Rinus Platschorre en zijn vrouw Karla Peijs, voormalig Commissaris van de Koningin. Het paar zal het schip later dit jaar officieel overdragen. ,,Wel onder de voorwaarde dat het in 1926 in Gent gebouwde schip op de Zeeuwse wateren blijft varen”, lacht Bouwmeester.
De voorzitter voegt er ernstiger aan toe dat het niet helemaal vanzelfsprekend is om zo’n prachtig schip als geschenk te aanvaarden. ,,We moeten de Windroos wel onderhouden en laten varen. Daar zijn veel vrijwilligers voor nodig, vooral varend personeel kunnen we momenteel goed gebruiken.”