Nieuws

Het beurtschip de Hoogeveen | Scheepsjournaal Drentse Praam

De Hoogeveense beurtschipper Aaldert Goverts liet in 1925 een nieuw schip bouwen door scheepswerf Rijnvis. Het schip had een lengte van 29,50 meter en met een laadvermogen van 153 ton. Er werd een HaEs-motor van 60 pk in geplaatst. De motorenfabriek stond in Meppel.
Huisman (Ha) was de oprichter en Sterenburg de directeur. Als die samen een motor bouwen krijg je een HaEs-motor. Goverts onderhield een beurtdienst tussen Hoogeveen en Amsterdam. In 1932 werd de Hoogeveen 4,00 meter verlengd en was toe 225 ton groot. In 1947 werd er een sterkere motor in geplaatst, een Smit-MAN van 120 pk. Na zijn pensionering was zijn zoon Klaas aan de ‘beurt’, samen met zijn vrouw en knecht voer hij op de Hoogeveen. Begin jaren ’50 kreeg het echtpaar TBC en kwam in een kuuroord terecht.

Beurtdienst
Het werk moest doorgaan en Goverts sr. vroeg Jaap Zegers en Willem Kreulen de beurtdienst door te zetten. Willem had vanaf zijn twaalfde al gevaren. Eerst bij zijn vader aan boord. Daarna tot de oorlog bij andere schippers. Hij had een Rijnpatent, een ervaren schipper dus. Samen met Zegers hebben ze van 1951 tot 1955 met de Hoogeveen gevaren. Het ene weekend lagen ze in Hoogeveen, het andere in Amsterdam.

Vakantiereisje
Jaap Kreulen, de zoon van Willem, kan zich dat nog goed herinneren. Samen met zijn moeder mocht hij eens een reisje mee varen. Vooraf vertelde hij op school dat hij met het schip naar Amsterdam ging in de paasvakantie. Met ontzag werd hij aangekeken, Amsterdam? De meeste klasgenoten waren nog nooit verder geweest dan de Dierentuin in Emmen.

Lees het gehele artikel op de bron: Hoogeveensche Courant

Afbeelding: Het beursschip De Hoogeveen dat nu vaart onder de naam Jan van Bommel. Foto: Collectie Albert Wolting