Nieuws

’t Smidsvuur laait op bij scheepswerf

EOC
FVEN

Alsof de tijd heeft stilgestaan. Wie de werkplaats betreedt, stapt bijna een eeuw terug in de historie. Aan de voorgevel zijn de letters op het verweerde naambord net leesbaar: Fa. Wed. G. Potveer & Zn. Een verwijzing naar de oorsprong van de schuitenmaker in 1926.

Opa Gerrit Potveer, zoon van een schuitenbouwer uit Warmenhuizen, was op zoek naar een ’stukkie bouwgrond’ en belandde in het waterrijke gebied rond Avenhorn. Er zouden nadien bijna zeshonderd stalen tuindersvletten van de helling te water worden gelaten. Zoon Frans nam het bedrijf op negentienjarige leeftijd over toen zijn vader in 1955 plotseling het vaantje streek. Zijn zus Wil deed de administratie, moeder Agie Swart werd firmant van zoon Frans. Vandaar die aanduiding Wed. (weduwe) in het bijna vergane naambord.

Ruilverkaveling
Waar Frans de koers verlegde naar de mechanisatie in de bloembollenteelt, ging het hart zoon Wim kloppen voor de bouw en reparatie van motorschuiten. Waarmee vóór de ruilverkaveling groenten, aardappelen en bloembollen van het land naar de schuur werden vervoerd, daar werden bewerkt en soms opgeslagen, om vervolgens over water hun weg te vinden naar veiling of, zoals in Avenhorn, zuurkoolfabriek Succes.

Wim (49) volgde technische opleidingen, maakte een lange reis door Australië, Nieuw Zeeland en Indonesië om eenmaal thuisgekeerd met vader Frans een originele tuindersvlet te bouwen. Die tussen twee haakjes meer dan veertig jaar hét domein was van Piet de Boer, de eerste werknemer van Potveer.

Op eigen benen
Potveer junior had geen trek in het familiebedrijf, hij koos voor een baan in de metaaltechniek in loondienst. Maar de behoefte om verder te gaan als zelfstandig ondernemer werd steeds groter. In 2012 stond hij op eigen benen. ,,Nu ben ik voor de helft aan de slag op mijn scheepswerf. Voor de andere uren verhuur ik me aan metaaltechnische bedrijven. Maar het wordt alsmaar drukker met de schuiten. Steeds meer botenbezitters weten de weg te vinden. Tot uit Alkmaar en Langedijk.”

Wim is de vakman die werkt volgens oude principes en werkmethoden. Moderniseringen in bijvoorbeeld machines zijn nauwelijks aan hem besteed: ,,Ik ontsteek de steenkooltjes zodat het smidsvuur oplaait. Staal wordt verhit tot boven de duizend graden. Zodat het prima bewerkt en gebogen kan worden.”

’Kikker’
,Specifieke onderdelen als een ’kikker’ kan ik naar de gewenste vorm bewerken. Met een luchthamer worden de grove vormen in het staal gezet, aan het aambeeld wordt de definitieve vorm gesmeed.”

Hij geeft een korte demonstratie waarbij het gloeiende uiteinde van een stalen strip onder de pneumatische klappen van de hamermachine snel en vakkundig verandert in een schuitenhaak. Wim bedient het apparaat, het ritme van de klappen volgt trouw zijn voetbewegingen.

Hij bouwt tegenwoordig schuiten in opdracht. Zo’n vaartuig vertegenwoordigt een waarde van tienduizenden euro’s. ,,Alles handwerk. Met één schuit ben ik honderden uren bezig. Stalen platen krijg ik gesneden geleverd. Dan begint de uitdaging. Als voor het historische karakter van de nieuwe schuit of bij een restauratie van een oude de authenticiteit gewaarborgd moet blijven worden er klinknagels gebruikt voor de verbinding. Wie de status varend erfgoed voor zijn schuit wil verdienen, moet aan veel voorwaarden voor wat betreft authenticiteit voldoen.”

Open huis
Stoer an ut Roer is zondag 19 september te gast bij scheepswerf Potveer. Tussen 14-16 uur is iedereen welkom. De koffie staat klaar. Wim Potveer geeft uitleg, leden van de schuitenvereniging vertellen over hun hobby en laten hun varend erfgoed zien.

Lees het gehele artikel op de bron: papieren of digitale Noordhollands Dagblad van vrijdag 17 september