Het roer gaat om: stevenklipper Hugo Grotius gaat varend leslokaal worden
De Hugo Grotius gooit het roer om. De plannen om van het varende erfgoed een Arnhems theaterschip te maken, zijn van de baan. De unieke stevenklipper wordt een opleidingsschip voor jongeren. Met een beetje theater, dat wel.
Ze zagen het in november 2017 al helemaal voor zich: over een jaar of twee, drie een volgepakte Rijnkade in Arnhem, met publiek dat zich vergaapt aan een voorstelling op theaterschip de Hugo Grotius, een tweemaster zoals die eind negentiende eeuw met regelmaat langs de Gelderse hoofdstad zeilden.
‘Ze’ waren de Arnhemse stichtingen Stadsblokkenwerf en Touchstones en Bart en Kee Vermeer van de Stichting tot behoud van de stevenklipper Hugo Grotius. Maar anno 2020 zit een volgepakte Rijnkade er niet in (corona, weet u wel). En omgebouwd is het schip uit 1883 ook nog allesbehalve.
‘Schip opknappen niet echt ons ding’
Die restauratie bleek namelijk een langdurige geschiedenis. ,,En wij willen voorstellingen maken, programmeren. Een schip opknappen is niet echt ons ding, zeker niet als dat jaren duurt”, zegt Gerda Kalsbeek van Touchstones, dat onder meer verantwoordelijk is voor Cirque de la Liberté. Touchstones trok zich daarom terug. ,,Maar als de Hugo Grotius klaar is, programmeren we er graag een voorstelling.”
Het noopte de Stichting Stevenklipper Hugo Grotius tot een nieuwe koers, zegt Angelique van Haeren, lid van de Raad van Advies van de stichting. Om het schip goed te kunnen exploiteren, is gezocht naar verbreding onder de vlag van vakmanschap. Met alleen een culturele invulling lukte het niet. In samenwerking met roc Rijn IJssel wordt het voormalige vrachtschip nu een opleidingsschip voor jongeren.
,,Het idee is jongeren tijdens een vijfdaagse vaartocht door Nederland op de Hugo Grotius lessen aan te bieden”, legt Van Haeren uit. De leerlingen krijgen dan niet alleen op een spannende en avontuurlijke manier vakinhoudelijk onderwijs, want bij varen met een zeilschip komt het nodige kijken. ,,Ze krijgen dan meteen het nodige mee van teambuilding en samenwerken”, verwacht Van Haeren.