Nieuws

Een liefdevolle sleepbootherder

FVEN
EOC

Bij de naam Ramiro Duco da Silva denk je eerder aan een Portugese edelman dan aan een Amsterdamse sleepbootkapitein. Toch is hij dat laatste. Met een vloot boten waarvan hij elk onderdeel kent.

Wanneer Ramiro da Silva (60) over zijn sleepvloot begint, klinkt hij als een herder die liefdevol over zijn kudde praat.‘Mijn Yska is m’n lief dier,’ zegt hij bijvoorbeeld. En dat ze zijn leukste boot is. Ook over Amstelstroom is hij duidelijk: ‘Die gaat nooit meer weg. Al is het maar een klein rotbootje.’
Noord vindt hij de mooiste van het stel. Het is meteen de grootste sleper van de vloot die Sleepdienst en Bergingsmaatschappij Amstel en Y vormt.

Omdat het bedrijf gespecialiseerd is in het slepen van woonboten en arken, hoort daar ook nog het ‘achterbootsleepwerk’ bij – waardoor de vloot is uitgedijd tot zes boten. Wanneer ze allemaal in de Amsterdamse thuishaven liggen, is het mudvol in het water naast het schip waarop Ramiro samen met zijn vrouw woont. ‘Eigenlijk is het een uit de hand gelopen hobby,’ vindt hij.

‘Ik kocht gewoon een sleepbootje om lekker mee te gaan varen. Dat deden veel leuke mensen in die tijd.’ ‘Die tijd’ is 1975. Ramiro was zeventien en vond Lekstroom bij een oude baas aan de Nes. De motor was stuk, maar dat was geen probleem: ‘Ik hang aan techniek.’ En terwijl hij er nog aan sleutelde, kwam sleepboot nummer twee al in het vizier.

Lees hier het gehele artikel in VLOT Magazine van Corine Nijenhuis