Archeologie, Musea en BehoudNieuws

Votiefschepen van Vlieland blijven mysterieus

EOC
FVEN

In de monumentale Nicolaaskerk op Vlieland staan vier zogenoemde kerkscheepjes, of votiefschepen. De gewoonte van zeelieden om die aan de kerk te schenken stamt al uit de Middeleeuwen.

Harry van Keulen (75) is de vierde generatie Van Keulen die aan de Dorpsstraat van Oost-Vlieland woont. Je herkent het huis aan het model van het verkenningsjacht de ‘Duyfken’ in de vensterbank, het eerste Europese schip dat in 1606 de kust van Australië bereikt. ’s Zomers leidt hij regelmatig toeristen rond in de kerk, ’s winters bouwt hij modelschepen.

Als lid van de kerkenraad, kerkrentmeester en scheepsmodelbouwer weet Harry veel over de Vlielander votiefschepen. Dat geldt ook voor andere maritieme voorwerpen in het bedehuis uit 1647, genoemd naar de beschermheilige van zeevarenden.

Er zijn volgens Van Keulen verschillende boeken over de Nicolaaskerk, maar helaas rept geen ervan over de votiefschepen. Die staan bovenop de overkapping van de statige herenbanken. Over het eerste exemplaar, statenjacht Groene Leeuw, weet Van Keulen het meest.

‘Een jacht met een Vlielands tintje. Op de ra staat de groen-witte vlag van het eiland. Noem het de limousine van de 17e eeuw, hierin werden de admiraal en andere hoge omes vervoerd. Het is een modelbouwschip van Billing Boats, nog geen 100 jaar oud. Het heeft nog geen giek, je ziet dat het gaffeltuig tegen de gaffel en de grote mast wordt getrokken.’

Loodskotters

Het tweede schip is een schoener. ‘Een in de lengte getuigde driemasterschoener. Het model is mogelijk hier op Vlieland gemaakt door ene meneer Kruyt en geschonken door zijn weduwe.’ Het spijt Van Keulen dat hij er niet meer over weet. ‘Het geheel ziet er redelijk authentiek uit. Maar of dit schip echt heeft bestaan durf ik niet te zeggen.’

Het derde votiefscheepje is een  Vlielander loodskotter. Van Keulen weet veel van het Vlielander loodswezen, zijn voorouders waren als loods vanuit Terschelling op Vlieland terechtgekomen. ‘Vlieland en Terschelling hadden twee soorten loodsen: buitenloodsen en binnenloodsen. De buitenloodsen haalden schepen vanaf de Noordzee naar binnen, de binnenloodsen brachten schepen veilig over het Wad en de Zuiderzee tot aan Amsterdam.’ Wie dit scheepje heeft gemaakt is onbekend en Van Keulen weet ook niet hoe het in de Nicolaaskerk is gekomen.

Het nieuwste en laatste kerkscheepje, de ‘No 2’ is ook een loodsboot. Een nieuw model, gemaakt door Karel van der Wal. ‘Ik meen een hoogleraar/arts.’ Het is een model van een bestaand schip. (De loodsschoener Eems II, gebouwd in 1888, verging in 1929 in een zware storm, red. Sp.) Harry van Keulen: ‘Heel mooi gedaan, maar ik vind het minder goed passen tussen die oude schepen.’

Groenlandse walvis

Bij de ingang van de kerk staan onderkaken van een Groenlandse walvis. Ze werden op het kerkhof als grafpaal gebruikt. Van Keulen: ‘Dat is typisch Vlielands. Waarschijnlijk is het afgekeken van de Scandinaviërs. Op Schiermonnikoog zie je ook walviskaken, maar niet als grafpaal.’

In de top van de palen werden de gegevens van de overledene gegraveerd. Omdat de grafpalen in de buitenlucht gingen verweren, zijn enkele nog leesbare palen naar binnen gehaald. ‘Het zijn belangrijke monumenten. Veel Vlielanders zaten in de walvisvaart.’

Lees het hele artikel in de Schuttevaer. (alleen voor abonnees).

© Foto’s Marius Bremmer