Nieuws

Pas na 113 jaar weten we wat de Zuiderzee met de familie Dinkla deed

EOC
FVEN

Na het droogleggen van de Noordoostpolder vond men veel restanten van scheepswrakken. Meestal bleef onduidelijk waarom ze zonken. Maar door nieuw onderzoek kan een van de grootste Zuiderzee-rampen precies worden gereconstrueerd. In de NRC van 7 januari een zeer uitgebreid artikel over de ondergang van De Hoop van de familie Dinkla.

Het is dinsdag 20 april 1909, rond negen uur ’s ochtends, als een enorme golf een deel van de kapluiken van De Hoop wegslaat. Het schip maakt water. Geert Dinkla probeert vergeefs de luiken te repareren. Hij vaart op de Zuiderzee, op nog maar een half uur van de haven van Lemmer. Het noodweer is onverwachts gekomen. De wind werd sterker, draaide plotseling, waardoor de zee hol kwam te staan: hoge, steile golven die met veel geruis weer voorovervallen. De Hoop is aan de elementen overgeleverd. Dinkla’s vrouw, zijn zes kinderen en zijn knecht proberen zichzelf in veiligheid te brengen. Een nieuwe golf komt eraan.

Stortzee
Geert Dinkla (37) komt uit het Groningse dorpje Ten Post en heeft ervaring met de zee. Jarenlang is hij in dienst van de Duitse reddingsmaatschappij geweest. Bij het Duitse waddeneiland Juist heeft hij door de jaren heen meer dan tachtig mensen van de verdrinkingsdood gered. Maar zijn vrouw Lammigje Schutrup (35) werd steeds banger dat haar man bij het te hulp schieten van een ander zelf in de golven zou verdwijnen. Ze overtuigde hem zijn werk op te zeggen en een ander bestaan te omarmen. Met wat spaargeld en een lening kochten ze De Hoop, een houten tjalk die hun ‘thuis’ zou worden. In die tijd gold voor veel armlastige Zuiderzeeschippers dat ze niets anders dan hun boot bezaten. Geld zouden ze gaan verdienen met vrachtvervoer; het schip kon 110 ton vervoeren.

Van Kampen naar Lemmer
Als Dinkla in het voorjaar eindelijk kan uitvaren, neemt hij een opdracht aan van de firma H.J. den Breejen Jzn uit Nijmegen, voor wie hij een scheepslading grindzand van Kampen naar Lemmer moet brengen. Dat is een tocht van pakweg veertig kilometer, noordwestwaarts, dwars omhoog door wat tegenwoordig de Noordoostpolder is. Het voorschot van 50 gulden bewaart Lammigje in een klein trommeltje, weggestopt in de zak van haar japon.

Lees het gehele uitgebreide artikel op de bron: NRC

Afbeelding: Zuiderzee, Eduard Karsen, 1885-1900 (Rijksmuseum)