Archeologie, Musea en Behoud

Museumschip O-129 Amandine weer open voor publiek

EOC
FVEN

Het museumschip O-129 Amandine is na een grondige renovatie weer opengesteld voor publiek. Vorig jaar is de romp onderhanden genomen en nu zijn ook de werkzaamheden in het interieur gereed.

De Amandine is de laatste IJslandvaarder van de Belgische vissersvloot. De zijtrawler werd 27 september 1961 te water gelaten door de werf van Richard Panesi senior in het Visserijdok van Oostende. Ze werd gebouwd voor Engel Verhaeghe en zijn schoonzoon Pieter Vincent. Het schip kreeg de naam Amandine, vernoemd naar de echtgenote van reder Verhaeghe. Op 20 maart 1962 vertrok het schip voor haar eerste reis naar IJsland.
Aanvankelijk viste de Amandine alleen gedurende de zomer in IJslandse wateren op kabeljauw. In de wintermaanden bleef de trawler dichterbij huis. Vanuit thuishaven Oostende viste ze op de Noordzee en in Het Kanaal.

Aflopende zaak

Toen de Amandine in de vaart kwam was de IJslandvisserij feitelijke al een aflopende zaak. In 1958 mochten buitenlandse vissersschepen niet meer binnen 12 mijl van de IJslandse kust vissen. In 1972 werd de IJslandse exclusieve economische zone uitgebreid tot 50 zeemijl en in 1975 zelfs tot 200 zeemijl.
Dit laatste betekende de doodsteek voor de IJslandvisserij. De omvangrijke vloot Engelse en Duitse IJslandvissers werd snel afgebouwd. De toen nog 19 Belgische vissers hielden het langer vol, mede door visserijakkoorden tussen IJsland en België van 1972 en 1975. De Belgische schepen mochten blijven vissen in een beperkt aantal door de IJslandse overheid aangewezen zones. Als voorwaarde gold dat bij het uit de vaart nemen van een IJslandvaarder die niet mocht worden vervangen.

Begeleiding naar arbeidsmarkt

In 1980 visten er nog 12 Belgische schepen op IJsland, vanaf eind 1985 zes en vanaf 1988 nog slechts drie. In 1993 was de Amandine als laatste over. Maar in 1995 was het ook voor haar gedaan. Op 3 april 1995 liep ze voor laatst de haven van Oostende binnen. Reder Willy Versluys, de laatste eigenaar van de trawler, en de stad Oostende kwamen overeen om de Amandine in te richten als museum rond de IJslandvisserij. De stad Oostende werd eigenaar.
De Amandine werd tussen maart 1998 en mei 2000 gerenoveerd door de VZW Maritieme Site Oostende met als doel langdurig werklozen naar de reguliere arbeidsmarkt te begeleiden en tegelijkertijd het visserij-erfgoed te promoten. De zijtrawler werd op 15 mei 2000 onder grote publieke belangstelling met kranen in het speciaal daarvoor gegraven museumdroogdok geplaatst tegenover het station van Oostende. Op 17 juli 2000 opende het Amandinemuseum zijn deuren.

Lees het hele artikel in de Schuttevaer (alleen voor abonnees)

Foto: De vroegere IJslandvaarder voor het station van Oostende. (© Bram Pronk)