Een blik terug | Scheepsjournaal De Drentse Praam

Op de sluis van Noordscheschut had Dirk ten Cate jarenlang een tankstation. Zowel automobilisten als schippers konden daar tanken. Door de opkomst van de motorisering van de scheepvaart nam de vraag om brandstof toe. Zeilschepen werden omgebouwd tot motorschip.
De ene schipper liet een zijschroef plaatsen. Er stond dan een motor op het voordek waaraan een schroefas was verbonden die men naast het schip in het water liet zakken. Daarvoor werd vaak een liggende Deutz-dieselmotor gebruikt. Een lamme arm werd deze aandrijving genoemd. Andere schippers hadden een bijboot met een motor erin die achter het schip als opduwer functioneerde. In zo’n opduwer plaatste men ook wel auto-benzinemotoren. Beide vormen van aandrijving waren intensief. De motoren konden niet bediend worden vanaf de stuurstand.

Vet in blikken
Bij de lamme arm moest iemand op het voordek de schroef bij brugpassages uit het water takelen. In de duwboot zat een bemanningslid wanneer er gemanoeuvreerd moest worden. Ook waren er schippers die een motor in het schip lieten bouwen. Dan kon men op de stuurstand wel alles regelen. Brandstof had iedereen nodig. Dirk ten Cate was in Noordscheschut daarop het antwoord. Naast brandstof verkocht hij ook smeermiddelen voor de scheepvaart. Vet voor de machines en voor de schroefas. Dat vet werd in blikken geleverd.

Johannes Mannak, een Hoogeveense schipper, had een motorschip laten bouwen op de werf van Gerrit Scholten op de hoek van het Haagje – Kanaalweg. Er werd een Timmermotor in geplaatst. Deze motoren werden gebouwd in Meppel maar waren van slechte kwaliteit. Het was een ‘onrustige’ motor. Bouten en moeren moesten regelmatig worden aangedraaid, alles rammelde uit elkaar. In 1926 waren er een paar lagers uitgelopen, er volgde een grote reparatie. De rekening is bewaard gebleven. Er werden twee bronzen drijfstanglagers vervangen. Monteur Dragt werkte daar 61,5 uur aan à fl 0,75 per uur is totaal fl. 46,12½ arbeidsloon. Met de nodige onderdelen was de rekening fl. 111, 27½ groot. Deze machine is later vervangen door een rustiger motor van een ander merk.

Lees het gehele artikel van Albert Wolting op de bron: Hoogeveensche Courant

Foto: het blikje dat aan de Drentse Praam cadeau is gedaan. Foto Albert Wolting