Scheepsverhalen

Echt een schip om oud op te worden

FVEN
EOC

Mark Schenk en Claudia van ’t Slot wonen sinds 2015 op de voormalige zeetjalk Volharding in de historische Houthaven in Zaandam. Ze maken regelmatig tochten én genieten van een biertje op hun eigen terras aan wal.

‘Sinds 1995 woonde ik al op een schip in Amsterdam’, vertelt Mark. ‘Ik was klaar met studeren en zocht een plek om te wonen. In De Telegraaf zag ik een advertentie ‘schip te koop in Amsterdam’. Ik ging kijken en was meteen verkocht. Daarvoor had ik niet echt iets met schepen. Behalve dan een oom met een vissersbootje in Brabant. Maar ineens was ik zelf schipper. Ik wilde ook gaan varen, dat leek me geweldig. Eerst samen met een ervaren schipper en het dan steeds meer zelf overnemen. Ik heb ook een tijd gemaat in Friesland, echt om het zeilen te leren. En daarna met mijn eigen schip. Dat was wel spannend. En dat vind ik nog steeds hoor, iedere keer weer. Omdat ik niet zo vaak zeil en het ook niet mijn beroep is – ik ben IT’er – moet ik iedere keer wel weer even omschakelen.’

Geen rijtjeshuis

In 2004 leerde Mark Claudia kennen. ‘Van kinds af aan riep ik al dat ik anders dan anders wilde wonen’, zegt Claudia. ‘Het had ook een molen mogen zijn of iets anders geks. Als het maar geen rijtjeshuis was.’ Al snel trok ze bij Mark in op de Broedertrouw in de Amsterdamse museumhaven. ‘Dat was een historische dektjalk’, gaat Claudia verder. ‘Als Mark aan de zijkant rechtop stond, zat hij zo met zijn hoofd tegen het plafond. De Volharding heeft meer ruimte en vooral hoogte. Dat vonden we meteen heel erg fijn. Maar het was ook even wennen. Vooral aan de rust en stilte van de ligplaats hier. We hoorden via via dat deze tjalk te koop was. We kenden het schip al uit het zeilleven en vonden het geweldig, dus we grepen onze kans. Binnen een middag waren we er over uit; dit moet lukken.’

IJspegels aan plafond

‘De buitenkant is nog helemaal zoals we het kochten’, zegt Claudia. ‘Dus het schip blijft authentiek. Dat vinden we belangrijk. Het schip lag niet aan de riolering en dat wilden we ook niet. We wilden het graag zelfvoorzienend oplossen en dat is gelukt. Het was ook niet helemaal geïsoleerd. De ijspegels hingen ’s winters aan het plafond in het vooronder. Niet heel comfortabel als slaapkamer, dus daar hebben we wat aan gedaan.’ […]

Motortjalk naar zeeschip

De familie Panman, van wie Mark en Claudia het schip kochten, heeft de tjalk destijds weer onder zeil gebracht. Mark: ‘Van motortjalk naar zeilende zeetjalk, met dito keuringen dus. Dat is natuurlijk echt pionierswerk geweest. We hebben nog wel contact met ze. Ze zijn blij dat we nog regelmatig met schip varen en het goed onderhouden.’

Claudia en Mark weten veel over de historie van hun schip. ‘Het is in 1904 gebouwd in Hoogezand, Groningen en is toen als Wilhelmiene te water gegaan’, vertelt Mark. ‘In 1905 is ze voor de zeevaart gemeten. In het begin heeft ze veel schelpen gevaren in het Waddengebied. Daarna is ze vrij snel voor de binnenvaart gemeten en gemotoriseerd. Vervolgens kwam ze bij de Amsterdamse reder Gorter terecht. Na hem bij Pieter Koning en daarna is ze overgenomen door zoon Adriaan Koning. Hij en zijn vrouw zijn er echt oud op geworden. Tot hun dood woonden ze in het kleine roefje en het achteronder, net als wij zonder kinderen. Alleen onze woning is nu vele malen groter. Het schip is nooit verlengd of op een andere manier flink overhoop gegooid, maar vrijwel origineel gebleven. Een lange historie met bekende eigenaren dus. En nu wonen wij met veel plezier op het schip.’

Lees het uitgebreidere artikel in de Schuttevaer (alleen voor abonnees).