Nieuws

Het restaureren van oude schepen is een kunst

Het restaureren van oude schepen is een kunst. ’Wie hier en daar begint te trekken, die maakt er nooit meer één geheel van. Dan wordt het een boeltje’ Het is een dag voordat de WR 4 en de WR 60 die op de werf in De Haukes een onderhoudsbeurt hebben gekregen weer het water ingaan.

Het zijn schepen waar hij een innige band mee heeft. Vanwege harde wind is het takelwerk enkele dagen uitgesteld, vertelt de 83-jarige Hos die opgroeide in Assendelft. In zijn jonge jeugdjaren ging er nog veel transport over het water. Vrachtschepen, zeilschepen, vaarboeren die hun vee van het ene naar het andere landje overbrachten. Het inspireerde hem klompen te voorzien van een zeiltje en die vanaf de oever met een zetje het water op te duwen. Terugdenkend aan die tijd ziet hij weilanden vol boterbloemen en pinksterbloemen waar de leeuweriken en de kieviten overheen scheren. Een mooie rustige tijd waarnaar een mens kan terugverlangen, geeft hij aan.

De bedrijvigheid op het water nam snel af, wegtransport nam het vervoer van goederen over, maar de passie was gewekt: Kees Hos moest iets met boten. Hij werd eigenaar van een Volendammer kwak die op het Noordzeekanaal onder water raakte en niet meer te redden bleek toen hij onoordeelkundig werd gelicht. Rond zijn 25e bouwde hij een ruim elf meter lang houten schip op basis van een schokker maar dan iets langer. Hos vond het zonde om het beschikbare eikenhout af te korten. Het was de geboorte van de WR 84, waarmee hij met toeristen over de Waddenzee voer. Na een jaar had hij het gezien. „Een drijvende kroegbaas zijn, dat was niks voor mij”, zegt -ie gevolgd door een aanstekelijke lach.

Curiositeit
Op een landje vlakbij zijn huis in Westerland waar hij sinds 1968 met zijn vrouw Iris woont, restaureerde hij na zijn pensioen onder een doek van zeil de aak WR 4 (’Zelden Pas’) die hij als wrak in handen kreeg. Als curiositeit ligt er in het ruim een stuk verrot hout om aan een ieder te laten zien hoe beroerd het schip eraan toe was. In 2011 kwam het Wieringer Skuutje WR 60 (’Jonge Jan’) aan de beurt. Het schip verkeerde eveneens in een deplorabele conditie. Al het houtwerk werd vervangen, een karwei waar hij vier jaar vrijwel dagelijks mee bezig is geweest. Volgens een vast omlijnd plan om ervoor te zorgen dat de constructie van de boot geen geweld wordt aangedaan. Wie ’hier en daar begint te trekken’, die maakt er nooit meer één geheel van. Dan ’wordt het een boeltje’, maakt Hos duidelijk.

Lees het uitgebreide artikel op de bron: NHD alleen voor abonnees

Afbeelding: de WR 4 en de WR 60 op de kant voor onderhoud