Archeologie, Musea en Behoud

Zeeuwse VOC wrakken

FVEN
EOC
In 2017 kwam het internationale onderzoek naar het VOC-wrak van de Rooswijk, in 1740 vergaan voor de Engelse kust, uitgebreid in het nieuws. Deze Oostinjevaarder was gebouwd voor de Kamer Amsterdam. Ook veel Zeeuwse VOC-schepen zijn vergaan, en andere VOC-schepen in Zeeuwse wateren. Wrakken en voorwerpen houden de herinnering levend.

 – Vermist of vergaan

De Verenigde Oost-Indische Compagnie is opgericht in 1602. Het was de eerste naamloze vennootschap én de eerste multinational, en lange tijd ook nog eens het grootste handelsbedrijf ter wereld. De Kamer Zeeland was na de Kamer Amsterdam de belangrijkste ‘afdeling’. De Zeeuwse VOC-kantoren en de VOC-werf waren in Middelburg gevestigd. Op de werf aan en achter de huidige Maisbaai zijn tot 1794 zo’n 336 schepen te water gelaten. In totaal zijn van de meer dan 2000 VOC-schepen zo’n 675 schepen vermist of vergaan, dichtbij het vaderland of in den vreemde. Van al die verloren schepen zijn slechts een dertigtal wrakken gelokaliseerd.

’t Vliegent Hert

Een aantal opzienbarende VOC-scheepsrampen vond plaats dicht bij huis, op zowel de uit- als de thuisreis. Tot de bekendste behoren die van ’t Vliegent Hert in 1735 en de Woestduyn in 1779. Een van de hoofdrolspelers bij het bergen van vondsten uit het wrak van ’t Vliegent Hert, Rex Cowan, was later ook betrokken bij duiken op de Rooswijk. ‘t Vliegent Hert (ook gespeld als ‘t Vliegent Hart) werd als 145-voeter in 1729 voor de Kamer Zeeland gebouwd op de Middelburgse werf. Zij was bewapend met ongeveer 42 ijzeren kanonnen, twee bronzen zesponders en zes dito draaibassen (klein, wendbaar geschut aan dek). Haar ‘maiden trip’ vanaf de rede van Rammekens eindigde met behouden aankomst in Batavia in 1731; drie jaar later werd de retourreis voltooid.

Lees het uitgebreide artikel over Zeeuwse VOC Wrakken op de bron: ZeeuwseAnkers