Nieuws

Wat was de Straatvaart

EOC
FVEN

Het begrip Straatvaart staat voor de scheepvaart door de Straat van Gibraltar in de zestiende en zeventiende eeuw, waarbij schepen op weg gingen naar landen rond de Middellandse Zee om handel te drijven

Naast de Straatvaart als handelsroute richting de Middellandse Zee, dreef de Nederlandse economie verder op de Oostzeehandel (als ‘moeder-negotie’: moeder van alle soorten handel) en speelden vanaf de zeventiende eeuw de VOC en WIC een belangrijke rol als compagnieën die meededen aan de internationale handel.

Gevelsteen aan de Doelenkade in Hoorn

Korte geschiedenis van de Nederlandse Straatvaart
De Nederlandse Straatvaart begon rond 1590, dus tijdens de Tachtigjarige Oorlog ofwel De Opstand, hoewel er voor die tijd – vanaf het midden van de vijftiende eeuw – ook al incidenteel schepen op de Middellandse Zee voeren. Maar de meeste handel vanuit de Nederlanden naar het Middellandse Zeegebied gebeurde over land, via steden als Keulen en Augsburg. Rond 1590 veranderde dat.

In Italië en omliggende kustgebieden brak in 1590 een omvangrijke hongersnood uit, waardoor de graanprijzen daar enorm stegen. 1590 is om deze reden wel aangeduid als het ‘geboortejaar’ van de Straatvaart. Amsterdam had als stapelmarkt graan uit het Oostzeegebied in overvloed, waarop steeds meer schippers graan gingen vervoeren naar de havens van steden als Genua, Napels en Venetië. Ook vis en specerijen werden vanuit Amsterdam in Italië en omliggende gebieden verhandeld. De handelaren namen sinaasappelen, aardewerk en olijven mee terug. Maar het was vooral graan dat vanaf 1590 tegen hoge winsten in Italië verkocht kon worden.
Een andere stimulerende factor voor de opkomst van de Straatvaart was een routebeschrijving van Willem Barentsz, getiteld Beschryvinghe ende Caertboeck van de Midtlansche Zee uit 1595, die door schippers gebruikt werd en hen van goede informatie voorzag.

Schippers uit Hoorn en Amsterdam als ‘kartrekkers’
De eerste Straatvaarders kwamen uit Hoorn. Zo voer de schipper Steven van der Hagen (1563-1621) – een van de pioniers van de Straatvaart – vanuit Hoorn voor kooplieden naar de Middellandse Zee met een ‘verlenger’ van liefst 240 ton. Een verlenger was een scheepssoort dat gemaakt was door een haringbuis te verlengen en ontwikkelde zich eind zestiende eeuw verder tot het zogenoemde fluitschip.

Begin zeventiende eeuw waren er in Amsterdam zo’n zeshonderd Straatvaarders actief. Vaak werden deze handelaren zeer rijk, want de handel op het Middellandse Zeegebied was bijzonder lucratief.

Lees het gehele artikel op de bron: Historiek

Afbeelding: een Fluitschip uit de 17e eeuw