Vlaams ministerie maakt 270.000 euro vrij voor restauratie Reddingboot Watson

De Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele maakt bijna 270.000 euro vrij voor de restauratie van de Watson III, een houten reddingsboot uit 1948. Met de premie zal de eigenaar, de vzw Restart, de boot opnieuw vaarklaar maken en ontsluiten voor het grote publiek in Oostende.

De Watson 3 werd op 12 juli 1948 te water gelaten en in Oostende gestationeerd tot hij in 1980 uit de vaart werd gehaald. Het was één van de drie reddingsboten die na de Tweede Wereldoorlog besteld werden voor de reddingsdienst aan zee. Er was er één in Zeebrugge, één in Nieuwpoort en de Watson III in Oostende. De reddingsboten van het Watson-type hadden een goede reputatie vanwege hun hoge zeewaardigheid, zelfoprichtend vermogen en onzinkbaarheid door de luchtdichte compartimenten. De boot is ook uniek omdat de bovenbouw met stuurpost achteraan nog verwijst naar het zeiltijdperk terwijl het al aangedreven werd door 2 Dieselmotoren van 40 PK elk. Het schip is 14,25 meter lang.

In 1980 werd de boot overgebracht naar het Visserijmuseum in Oostduinkerke en in 2011 werd de boot beschermd als varend erfgoed. Structureel is het schip in goede staat en buiten wat beschadigd wrijfhout is het vooral een werk van veel achterstallig onderhoud: schuren,opstoppen en schilderen. De motoren moeten door een gespecialiseerde firma gereviseerd worden.Dankzij de premie zullen vrijwilligers het vaartuig, dat nu weer in Oostende ligt, nu helemaal kunnen restaureren.