Nieuws

Stoere Scheelenkuhlen stoomt af op certificaat

EOC
FVEN

De gele pijp van stoomsleper “Scheelenkuhlen” (21,4 x 5,61 x 1,80 meter) steekt fier uit boven het blauwe droogdok van scheepswerf Vooruit in Zaandam. De vrijwilligers zijn al volop aan het werk. Want nu de sleper droog staat voor de keuring en er voldoende giften zijn, kan er flink geklust worden. Een stoomsleper is een serieuze hobby, beaamt de 70-jarige vrijwilliger Theo van Galen. “We zijn met z’n zessen en klussen iedere zaterdag. Zolang ik het nog kan doen, doe ik het. We hebben ook jonge mensen in ons groepje zitten, dus de kennisoverdracht gaat prima. Het is natuurlijk afwachten of dat zo blijft, maar voorlopig willen we blijven varen.” EOC-expert Rob van ‘t Hof beoordeelt ondertussen het vlak. “De diktemeting is redelijk uitgevallen, alleen hier en daar een dubbelplaatje. Ik heb wel slechter meegemaakt.” De eerste ronde voor de “Scheelenkuhlen” is binnen, door naar de veiligheidskeuring dus.

Hooikoorts
Het begon in 1927 toen de stoomsleper van de werf rolde bij Johann Oelkers in Hamburg Neuhof, op bestelling van het Wasser- und Schiffahrtsamt te Cuxhaven. Een echt overheidsvaartuig, dat dienst heeft gedaan op het riviervak Brunsbuttel – Cuxhaven, inclusief de Elbemonding. De “Scheelenkuhlen” – ‘diepe kuil’ – is vernoemd naar een vuurtoren die in een bocht van de Elbe stond. Of ze veel spannende avonturen heeft meegemaakt, weten de vrijwilligers niet. Voor hen begon het in 1978 toen Piet Visser de stoomsleper kocht. Hij was een boer die hooikoorts kreeg, dus dan maar een hobby op het water.

Piet heeft er jaren aan gewerkt om het schip weer toonbaar te maken, ze kwam in deplorabele staat in Nederland aan, maar na vier tot vijf jaar werd er gevaren. Toen Piet ziek werd, heeft hij het schip geschonken aan de stichting tot Behoud van het Stoomschip in 2006.

Hetzelfde jaar als zijn overlijden. Wel onder voorwaarde dat Theo van Galen betrokken zou blijven. Want Piet was kostganger bij de nicht van Theo en die bleek inmiddels ook in de ban van de “Scheelenkuhlen”. “Wat een feest hebben we gehad in de jaren ’80 en ’90. We gingen minimaal vijf of zes keer varen van evenement naar evenement. Dat is onze belangrijkste inkomstenbron. Met de crisis in 2008 was het ineens over, gelukkig neemt het nu weer ietsje toe.”

Lees het uitgebreide artikel op de bron: EOC nieuwsbrief