Nieuws

Steekspel om haringkotter in Hoorn

FVEN
EOC

De houten haringkotter, die Tom van het Kaar ooit met enthousiaste plannen in zijn hoofd kocht en in 1987 in de haven van Hoorn legde, is de gemeente Hoorn een doorn in het oog. Het schip ligt er afgebladderd en vervallen bij en wordt al jaren niet meer onderhouden. Het is ’een verloren zaak’, stelt havencoördinator Wijnand Baerken, die met de havendienst bezig is de haven een beter aanzien te geven. En dat lukt volgens Baerken aardig, zeker nu Hoorn besloten heeft om in navolging van Medemblik de havendienst meer bevoegdheden te geven, zodat ook op gebied van milieu en ondermijning sneller ingrijpen mogelijk is.

Schrijnende gevallen
Baerken stelt, in tegenstelling tot de politiek, dat het met de verrommeling van de havens wel meevalt. ,,Het aantal krotten is gering.’’ Maar de twaalf meter lange Broeder Isidoor – de aanleiding dat de raad in 2018 een ’regeling schrijnende gevallen in de binnenhaven van Hoorn’ aannam – ligt er nog. En lijkt heel lastig weg te krijgen.

Van het Kaar wilde van de Broeder Isidoor iets moois maken. Inmiddels lijkt dat een verloren zaak. ,,Op een gegeven moment raakte ik mijn baan kwijt. Nu ben ik met pensioen en heb ik de financiën niet meer.’’ Al twintig jaar lag het schip te koop. Dat ’ging niet zo wild’, aldus Van het Kaar. ,,Dan holt het van je af. En de gemeente maakt mij al jaren het leven zuur.’’

Vertrekken
Eerdere pogingen de Broeder Isidoor te laten vertrekken strandden, maar Baerken nam opnieuw contact op. Er volgden gesprekken met Van het Kaar en het kwam inderdaad tot een regeling, erkent deze. ,,Het ging heel stroperig, ook door de corona. En het moest nog door de raad.’’ De gemeente zou uiteindelijk het schip laten afvoeren en slopen, maar toen dienden zich ineens nieuwe kopers aan. Uit Friesland.

Van het Kaar: ,,Dat was op Koningsdag. Ik was blij als blik. Kreeg het schip een nieuw baasje, ik toch nog een paar centen en hoefde de gemeente geen kosten te maken voor het afvoeren.’’ Hij ging ’met de beste bedoelingen’ op het aanbod van de Friezen in. Zij gunden het schip een nieuw leven. ,,Het zou worden opgeknapt en ingezet voor het Leger des Heils of zo.’’

Volgens Van het Kaar trok de gemeente direct de stekker uit haar plannen. Vervolgens ontstond een onduidelijke situatie. De gemeente stelde dat de nieuwe eigenaar illegaal, want zonder toestemming, in de haven lag. De kopers begonnen alvast met slopen, maar Van het Kaar wilde eerst geld zien. En dat kwam maar niet. ,,Ze zouden 5000 euro betalen, eigenlijk alleen voor de motor, want die is nog goed. Kregen ze het schip er gratis bij.’’

Oplichters
Al wat er kwam, geen geld. Inmiddels was Van het Kaar gewaarschuwd door zelfstandig scheepsmakelaar Egbert van Dalsem. Hij zou met oplichters in zee gegaan zijn, die hun oog ook op een ander schip in Hoorn hadden laten vallen. Hij heeft inmiddels andere sloten aangebracht. ,,Want de politie doet niets en er is al twee keer ingebroken.’’ Veel vertrouwen heeft hij niet meer. Zelf betaalt hij geen havengeld meer. ,,Dat schip was een deel van mijn leven.’’ Van wie het schip nu is is onduidelijk.

Lees het gehele artikel op de bron: NHD