Buitenland

SS Great Britain keerde 51 jaar geleden terug naar Bristol

EOC
FVEN

Eenenvijftig jaar geleden stonden 100.000 mensen langs de oevers van de rivier de Avon in Bristol toen de SS Great Britain terugkeerde naar haar geboorteplaats. Toen ze in 1843 te water werd gelaten, werd het luxe passagiersstoomschip SS Great Britain met ijzeren romp beschreven als ‘het grootste experiment sinds de schepping’. Na terugkeer in Bristol werd de roestende hulk minutieus in haar oude glorie hersteld en ze rust nu in het droogdok waar ze werd gebouwd. Als museumschip trekt het jaarlijks tussen de 150.000 en 200.000 bezoekers.

De Great Britain in 1844

De SS Great Britain, was het grootste schip van die tijd. Met een lengte van 98 meter was ze het langste schip van haar tijd. Ze was zo groot dat het een jaar duurde om haar uit de haven van Bristol te krijgen, wat zowel baggeren als de gedeeltelijke ontmanteling van een sluis vereiste. Ze werd aangedreven door stoommachines van 1000 pk, de grootste motoren van alle schepen in haar tijd. In plaats van schoepenwielen te draaien, dreven de motoren een schroef aan. De hoofdschroefas van de Great Brittain was het grootste machine onderdeel dat destijds was gefabriceerd. Ze had ook zes masten, om zeilen te dragen als de wind gunstig was en/of als de motoren het begaven of de schroefbladen eraf vielen, zoals op haar tweede reis.

Roer en schroef van de Great Brtiain

Het meest opmerkelijke aan SS Great Britain is dat ze het heeft overleefd. Ze bleef bijna een volledide eeuw haar brood verdienen. Ze opereerde slechts ongeveer een jaar in haar beoogde dienst als luxe passagiersschip tussen Bristol en New York. Ze liep in 1846 hard aan de grond voor de kust van Ierland als gevolg van een navigatiefout en werd in 1847 gelicht.

In 1848 werd ze verkocht, opgeknapt en in de Australische immigrantenhandel gezet. Omdat de afstand tussen Groot-Brittannië en Australië te groot was voor haar kolenvoorraad, veranderde ze van een zeil-geassisteerd stoomschip in een stoom-geassisteerd zeilschip. Na bijna 30 jaar in de Australische emigrantenhandel, werden haar motoren verwijderd en werd ze een puur zeilschip, een windjammer, die kolen vervoerde.

In 1886 werd de Great Britain na een ladingbrand aan boord veroordeeld in de Falklands en bleef daar achter als een kolenopslag. In 1937 werd ze daar tot zinken gebracht en verlaten en dat bleef zo ​​tot ze in 1970 werd teruggebracht naar Bristol om daar gerestaureerd te worden en een nieuw leven als museumschip te beginnen.