Nieuws

Speurtocht naar naam van wrak OL84 gaat door

FVEN
EOC

Wat is toch de echte naam van scheepswrak OL84, dat in 1959 in Oostelijk Flevoland is gevonden? Het is een zoektocht waar conservator Joran Smale van Batavialand al lang mee bezig is, maar nog zonder resultaat. Inmiddels is al wel duidelijk dat de Sneker familie De Jong op het schip gevaren moet hebben. Dat is ontdekt door ingegraveerde initialen in een viertal gevonden oorijzers uit te pluizen. Ook een versierde tabaksdoos gaf aanwijzingen.

In de bodem van de drooggelegde oostelijke polder werd in het najaar van 1959 op kavel L84 een scheepswrak gevonden van 16,50 meter lang en ongeveer vier meter breed. Het wrak werd op een tekening vastgelegd, enkele spullen werden geborgen en daarna werd het wrak uit de kleibodem verwijderd. De gebruiksvoorwerpen liggen daarna al die tijd opgeslagen in het depot van Batavialand.

Joran Smale, conservator van Batavialand, is geïnteresseerd in het verhaal van het scheepswrak en gaat op onderzoek. Een tabaksdoos, vier oorijzers en een aantal lepels bieden de meest concrete aanwijzingen. In de tabaksdoos staat de naam Johannes Cornelis de Jong en het jaartal 1817.

Dochters met de initialen AdJ. en HdJ?
In de oorijzers staan de initialen AdJ en HdJ en ook het jaartal 1826 is erin gekrast. Ook zijn er lepels gevonden waarin dezelfde letters staan. Het vermoeden is dan dat schipper De Jong kinderen heeft met die initialen. Smale vermoedt dat het om een Friese familie gaat en hij roept de hulp in van Friese genealogie-experts. Die vinden inderdaad een familie De Jong, afkomstig uit Sneek. Vader Johannes Cornelis de Jong is getrouwd met Aafke Hoekstra en heeft onder meer dochters Aagje en Hiske gekregen. De link met de oorijzers is gelegd.

Krantenarchieven leveren niets op
Maar nu de familie bekend is, blijft de vraag op welk schip zij gevaren hebben. Het lijkt erop dat er bij de scheepsramp geen slachtoffers zijn gevallen. Zowel de ouders als de kinderen overlijden niet tegelijkertijd en komen ook niet om op zee. Verder zijn er geen oude krantenberichten te vinden die de familie in verband brengen met een gezonken schip. Wel is er nog een huurcontract uit 1827 gevonden voor het schip ‘De Welvaart’. Maar dit schip komt qua afmetingen niet overeen met het scheepswrak dat in de Flevolandse klei is gevonden. Conservator Smale vermoedt dat het schip van de familie De Jong in 1826 of begin 1827 moet zijn vergaan in de Zuiderzee, waarna vader een nieuw schip moest huren.

Het mysterie van de naam blijft dus nog even bestaan. Smale hoopt dat het digitaliseren van nieuwe krantenarchieven op een gegeven moment een nieuwsberichtje uit de negentiende eeuw gaat opleveren, waarin het zinken beschreven staat. Tot die tijd blijft de naam OL84.

Lees het gehele artikel op de bron: Omroep Flevoland

Of bekijk hier de reportage van Omroep Flevoland op Youtube