Nieuws

Scheepsjournaal Drentse Praam: De haven van Hoogeveen | deel 2

EOC
FVEN

Aan de Alteveerstraat kwamen vroeger veel schepen om te lossen en te laden. De schippers Goverts en Veldman onderhielden met hun schepen een beurtdienst op Amsterdam. Lag de ‘Hoogeveen’ in Amsterdam dan lag de ‘Drenthe ’in Hoogeveen. Ze hadden een vaste losplaats aan de Alteveerstraat. Beide schepen waren op de werf van RIjnvis gebouwd aan de Alteveerstraat.

Schepen laden
In het najaar lagen er schepen aardappelen en suikerbieten te laden. De landbouwproducten werden met vrachtwagens aangevoerd. Deze gingen dwars op de straat staan en kiepten de lading rechtstreeks in het schip. De melkvaarders namen bestellingen mee voor de boeren op hun terugtocht. Ter hoogte van Wagenmaker Boer was hiervoor een laadplaats. In de kade was een uitsparing gemaakt waar een trapje liep tot aan de waterlijn. Voor de veiligheid stond er een hekwerk omheen. ‘Botterfabriek’ Tegenover de Robaardstraat stond de Coöperatieve Melkfabriek in de volksmond de ‘botterfabriek’ genoemd. Dagelijks kwamen de melkvaarders met de pullebok naar de fabriek melk brengen. Op zaterdag in de zomer kwamen ze twee keer. Op zaterdagmiddag 17.30 uur ging de stoomfluit van de fabriek, het sein dat de melkvaarders konden beginnen aan hun tweede tocht. Harm Huisjes uit Hollandscheveld was zijn leven lang melkvaarder. Toen hij met pensioen ging rekende hij uit dat hij ruim 40000 km met de melkbok had gevaren, dat is de wereld een keer rond. Op zondag werd er geen melk opgehaald. De fabriek gebruikte stookolie als brandstof. Dit werd per tanker aangevoerd. Deze kon de bocht vanaf de Schutstraat niet halen de Alteveerstraat in. Door de kruising even voorbij te varen kwam het schip achteruit vanaf het Haagje richting melkfabriek. Meestal trok een vrachtwagen de tanker door de bocht. Dat gaf veel bekijks.

Lees het gehele artikel van Albert Wolting op de bron: Hoogeveensche Courant

Afbeelding: Alteveerstraat Oost-Zijde. Foto: Archief Albert Wolting