Nieuws

‘Oude rot-kotter’ zinkt voor Urk bij vlucht voor havenmeester

FVEN
EOC

Vlakbij Urk is op woensdag 18 september een houten kotter gezonken. De bemanning werd gered door de reddingsboot van Urk. het schip had een aantal dagen in Urk gelegen en wilde zonder betalen vertrekken.

Als de kotter van 15 meter maandagmiddag de haven van Urk binnen komt varen, weet havenmeester Jan van den Berg genoeg. Deze kotter houdt het niet lang meer vol. ,,Ik zei direct: ‘Oh, oh, oh. Wat krijgen we nu?’’, vertelt Jan van den Berg. ,,Dit zag er niet goed uit. Er zat duct tape aan de buitenkant, de motor was niet goed en er zaten grote gaten in. Het was heel erg.’’

Maandagmiddag kwam de kotter in de haven van Urk aan. ,,Een gevaarte. Oud ding. Hij wilde alleen even boodschappen doen’’, herinnert de havenmeester zich. ,,Hij zou niet lang blijven, maar vanwege het slechte weer moest hij wel even blijven liggen. Het havengeld betalen lukte nog niet, dat zou hij vrijdag doen.’’

Proces verbaal
De schipper probeert er maandagavond echter tussenuit te knijpen. ,,Rijkswaterstaat heeft hem toen tegengehouden. Door een WhatsApp-groep die ik heb met de politie en Rijkswaterstaat, wisten ze dat hij bij ons in de haven lag. Omdat hij geen navigatieverlichting had mocht hij de haven niet verlaten. Er is een proces verbaal tegen hem opgemaakt, daarna kwam hij weer terug bij ons.’’

De eigenaar van de oude kotter houdt vol dat hij wil betalen als het weer iets beter wordt. ,,Hij zou vrijdag weggaan. Maar toen mijn pauze voorbij was vanmiddag, zag ik hem ineens buiten de haven varen. Hij piepte er dus gewoon tussenuit, zonder te betalen.’’ Dat pikt Van den Berg niet en hij zet de achtervolging in. Maar wat Van den Berg al zag aankomen, gebeurt. De oude kotter is niet bestand tegen de golven en zinkt, midden op het IJsselmeer.

Door het snelle handelen van de reddingsboot op Urk, worden de man en zijn hond weer veilig teruggebracht. Daarna zijn ze beide spoorloos verdwenen.

De berging zou de volgende dag plaats vinden, maar dat lukte niet. Het wrak werd verplaatst naar een ondiepte en uiteindelijk op 23 september gelicht.