Nieuws

Onderzoek IJsselkogge levert ”vondst” op van Brunneperdiep

FVEN
EOC

Kampen – Voor menigeen leefde de opwinding weer op rondom de vondst en lichting van de IJsselkogge bij de komst van Wouter Waldus naar Kampen. De projectleider presenteerde een lijvig boekwerk waarin de hele operatie wordt beschreven inclusief het vele onderzoek vooraf en achteraf. De theorie van middeleeuws watermanagement, als reden voor de ligging in de IJssel schuin achter de Koggewerf, staat nog overeind. Bij het onderzoek kwam ook een onbekende IJsseltak boven drijven die Waldus het Brunneperdiep heeft gedoopt.

Aan de ligging van de IJsselkogge, zoals die half in de rivierbodem is ontdekt, zijn enkele bijzondere aspecten te benoemen, vertelde Waldus bij de boekpresentatie. Kleine, houten paaltjes rondom het scheepswrak duidden op een ligging aan de oever. Deze heeft dus blijkbaar in de Middeleeuwen c.q. de Hanzetijd zo’n 150m verder oostwaarts gelegen. Het schip is gekanteld tegen de stroomrichting in wat te verklaren zou zijn uit het feit dat de bodem als eerste vergaan of aangetast is. De vele reparaties aan het schip duidden op een oud, gebruikt exemplaar. Dat kan een reden zijn dat gekozen is voor gebruik als waterbarrière.

Waarschijnlijk is dit laatste gebruik het derde leven van het schip geworden. Na als handelschip in de vaart geweest te zijn, lijkt de IJsselkogge als fourageerschip gebruikt te zijn. Dit wordt afgeleid uit de vondst van de steenoven in het schip. De bijzonder hoge boord (waardoor de stuurman zelfs op een verhoging moet hebben gestaan) duidt op een militaire toepassing.

– Afdamming

De ’depositie’ van de IJsselkogge op de vindlocatie, ter hoogte van de Veerweg in Brunnepe, zou bedoeld zijn ter afdamming van één van de zijtakken van de IJssel. Het (rivieren)landschap ten noorden van Kampen was sterk aan verandering onderhevig. Zo hebben door Kampereiland meer waterstromen gelopen. De rivier wisselde ook sterk in diepte en wellicht is bij een lage rivierstand gepoogd dit op te krikken door nevengeulen af te dammen. Bij de IJsselkogge werden tevens een aak gevonden en een punter die Waldus bij nader inzien een schuit noemt. Uit analyse van de locatie is er een nevengeul gereconstrueerd. De scheepswrakken hebben wellicht ter afdamming hiervan gediend of als beschuttend ’stroomscherm’ bij het werk om deze af te dammen.

De herontdekte geul in westelijke richting heeft Waldus op een kaartje in het boek geschetst. In woorden wordt de ligging omschreven als ”denkbaar dat de huidige Pleviersingel en de sloot langs de Sint Nicolaasdijk restanten zijn van een verdwenen IJsselgeul”. Als tegenhanger voor het nog altijd bestaande Noorderdiep zou deze het Zuiderdiep genoemd kunnen worden maar logischer is, gezien de locatie: het Brunneperdiep.

Lees het gehele artikel op de bron: Brugnieuws