Nieuws

’Je moet bijna dronken zijn om zo’n vissersboot te kopen. Toch deden we het’

EOC
FVEN

Met een rood tentje en veel goede zin trekt de Gooi- en Eemlander deze zomer door het Gooi om te kijken waar we als krant welkom zijn. Iedere week verschijnt een nieuwe aflevering over een andere stad of dorp uit deze regio. Deze week belanden we in Bunschoten-Spakenburg: „We wisten al dat jullie kwamen.”

De reis gaat deze week naar Bunschoten-Spakenburg. Een dorp met een rijke geschiedenis. Een dorp dat vroeger een duidelijke scheiding kende tussen de boeren en de vissers. Een dorp waar behoorlijk wat kerktorens te vinden zijn. Hoe leuk zou het dan zijn om bij een dominee in de achtertuin te slapen? Door vakanties lukt dit echter niet.

Botter
,,Ho-stop”, zegt mijn reismaatje. Ze trapt op de rem. Vijf mannen zitten bij hun clubhuis in de haven aan het bier. ,,Jullie mogen wel op de botter slapen”, zegt Jochem van Veen. We kijken ze vragend aan. Een botter? Weer hard gelach: ,,Zijn jullie net uit het ei gekropen, ofzo?”, zegt Henk Nieuwboer. Ja, díe hadden we verdiend.

De mannen verhuren en onderhouden, samen met een groep vrijwilligers, vijf oudhollandse vissersboten. Ze organiseren allerlei zeiltripjes voor groepen: van een wijnproeverij of tapas op de boot tot varen naar een yogales op een leuke locatie. Ook kan de trip gecombineerd worden met een bezoek aan de palingrokerij, waar Koelewijn Jacob van Jan, een van de bekendste visrokers, vertelt over zijn familiebedrijf.

Zo’n 25 jaar geleden kocht Albert Vermeer samen met Roel Blokhuis de eerste botter. ,,We nemen je dat nóg kwalijk”, grapt Andrie Verbeek, de jongste van het stel. Waarop Henk de Jong lachend zegt: ,,Alleen Duitsers kochten toen soms nog een botter. Je moest bijna dronken zijn om dat te doen.” Een botter onderhouden kost zo’n tienduizend euro per jaar. De Stichting ‘Botter.nl’ is daarom afhankelijk van de verhuur aan veelal bedrijven. En dat ligt door de pandemie bijna helemaal stil.

Maar ook al moeten ze soms in de eigen buidel tasten, de mannen houden graag de geschiedenis van de botters hoog. Albert en Jochem geven een rondleiding in hun clubhuis. In het achterste gedeelte, het oudste café van Spakenburg ‘De Korporaal’, hangen zwart-witfoto’s van alle voormalige schippers. Ze kregen de fotocollectie van nabestaanden. Jochem wijst naar eentje: ,,Dat was mijn overgrootvader. Arend van Joof.”

Visveiling
Tegenwoordig vist bijna niemand meer uit Spakenburg met de botter. Door de komst van de Afsluitdijk in 1933 veranderde de zoute Zuiderzee in zoetwater en werd het de vissers moeilijk gemaakt. ,,Je moet je voorstellen”, zegt Jochem. ,,Vroeger voeren ze alleen met een schipper en een knecht uit om te gaan vissen. Al voordat de zon opkwam. Dan moesten ze met hun blote handen de ijskoude touwen uit het water halen.”

Lees het gehele artikel op de bron: Gooi- en Eemlander, alleen voor abonnees

Afbeelding: Voor een nachtje mogen we onze tent opzetten op een botter van meer dan honderd jaar oud. © Foto’s: Danielle van Coevorden