Het wrak van de tjalk Hoop op Zegen vertelt een verhaal van de Zuiderzee

Bij de drooglegging van Flevoland en de Noordoostpolder zijn honderden scheepswrakken geruimd. De meeste bleven anoniem, maar nieuwe inzichten en technieken halen nu nieuwe verhalen boven. Zo ook dat over de Groninger tjalk Hoop op Zegen. Maritiem archeoloog Yftinus van Popta legde de puzzel.

Het is 19 juli 1871. Schipper Gerrit van Meines uit Gasselternijveen ligt met zijn tjalk Hoop op Zegen voor anker nabij Marken. Zes dagen eerder is hij vertrokken vanaf steenfabriek De Knibbelwaard bij Westervoort, met een lading van 42.500 rode veldovenstenen. Na een voorspoedige tocht over rivieren en de Zuiderzee is hij nu niet ver meer verwijderd van Alkmaar, zijn eindbestemming. Morgen zal hij verder trekken. Maar dan steekt de wind op en slaat het noodlot toe.

Een paar dagen later meldt het Algemeen Dagblad van Nederland dat er nabij Marken een gezonken schip is gezien. De mast stak nog boven de waterspiegel uit.

“Het was een vrachtscheepje”, zegt Karel Vlierman uit Dronten over het scheepswrak dat 110 jaar later, op 12 mei 1981, werd gevonden op kavel A97 in Zuid-Flevoland. Daar waar nu de Noorderplassen liggen, moest een zuigput komen voor de zandwinning die nodig was voor de bouw van Almere-Stad.

Lees het zeer uitgebreide artikel op de bron: Trouw

Afbeelding: het achterste deel van de tjalk met een deel van de lading