Gerestaureerde EB60 drijft weer in Enkhuizen

Hij drijft. De EB60 is te water gelaten. „Eigenlijk kan het niet, zo’n houten schip tweeënhalf jaar op de kant laten liggen. We moesten ook meteen pompen, want het water liep volop naar binnen. Met twee pompen konden we het bijhouden. Langzaam trokken de naden dicht door het vocht. Ik ben hier de eerste nacht gebleven om het in de gaten te houden. Nu zijn er nog wat kleine stukjes die gebreeuwd moeten worden.”

Sebas Blom van Assendelft kijkt tevreden naar de EB60, de in Hoorn gebouwde botter, die na een ingrijpende restauratie eindelijk weer in het water ligt bij de helling van het buitenmuseum. Met vrijwilligers Fred Boon en Adrie Bos is hij bezig met kleine klusjes, zoals het monteren van het nieuwe kromboord aan stuurboordzijde achter.

De tewaterlating op 17 mei was een mijlpaal, een gebeurtenis die al enkele keren moest worden uitgesteld. De rond 1850 gebouwde vissersboot van een kleine twaalf meter heeft een nieuwe bun met afsluitende deken gekregen, diverse nieuwe dekenpoten en recentelijk twee grotendeels vernieuwde gangboorden.

Epoxy
„Veel slechte stukken van de botter hadden we al gerepareerd, zo nodig met epoxy. We konden laatst voor zestig euro één groot stuk hout krijgen, waar we diverse delen uitgehaald hebben.”

Dat de EB60 in het water ligt, betekent niet dat het scheepje af is. Sebas: „Op zo’n botter ben je nooit klaar. Als eerste willen we hem nu varend maken. De motor moet er nog in, hoewel je met zo’n botter ook zonder motor moet kunnen varen. Er moeten nog zwaarden worden gemaakt, het hout hebben we al, en een kluiverboom en diverse kleinere onderdelen. En verder wil ik de mast nog een keer neerhalen en inspecteren.”

Lees het gehele artikel op de bron: NHD, alleen voor abonnees