Elisabeth Smit mag nog 6 weken blijven liggen
Voor het verwijderen van de scheepswrakken in de Vechtmonding, waaronder de voormalige driemaster Elisabeth Smit, heeft betrokkene Pam van Lohuizen zes weken uitstel gekregen. De voorzieningenrechter in Utrecht vindt het nog te vroeg om Van Lohuizen op kosten te jagen en geeft zes weken de tijd om het conflict tussen hem en de gemeente Gooise Meren op te lossen.
Het geschil over het verwijderen van de scheepswrakken loopt al jaren lang. Vorig jaar gaf het college van burgemeester en wethouders aan dat de schepen in februari 2020 weg moesten zijn, waartegen Van Lohuizen bezwaar maakte. In juni besloot een onafhankelijke adviescommissie verklaarde dat bezwaar ongegrond en Van Lohuizen moest binnen zes weken de schepen opruimen. Over deze uitkomst stapte Van Lohuizen naar de voorzieningenrechter, die vandaag zes weken uitstel heeft gegeven. De rechter geeft de tijd zodat de gemeente en Van Lohuizen het geschil samen kunnen uitvechten.
Compromis
Van Lohuizen was vandaag in de rechtbank voor de uitkomst van de zaak en vindt het in zekere zin goed nieuws, al is het conflict hiermee niet opgelost. Hij hoopt dat in deze zes weken hij in gesprek kan met de gemeente Gooise Meren om tot een compromis te komen over het verwijderen van de schepen. Mocht er geen oplossing komen, zal er nog een rechtszaak plaatsvinden. Van Lohuizen: “Deze rechtszaak was voor de voorzieningenrechter voor meer tijd. Een andere rechtszaak zal dan definitief aangeven wie de schepen moet weghalen.” En daarmee komt er ook uitsluitsel over de kosten.
Twee ton
Voor Van Lohuizen is het behoudt van de Elisabeth Smit niet de reden dat hij bezwaar had ingediend, maar vooral de kosten van het verwijderen van het scheepswrak. “Van mij mag die boot weg, dat heb ik een half jaar geleden al gezegd. Hij is niet van mij, maar iedereen kijkt elkaar aan wie hem gaat opruimen. Dat schijnt twee ton te kosten.” Van Lohuizen zegt niet de eigenaar te zijn van de Elisabeth Smit. De twee oorspronkelijke eigenaren zijn volgens hem niet in staat zelf het schip te verwijderen. “Één eigenaar is overleden en de andere heb ik nooit meer gezien.”
Zelf zou hij de gemeente aanraden het wrak nog een jaar of twee te laten liggen. “Het is allemaal van hout en het rot helemaal weg. Binnen die tijd zal het vanzelf wel vergaan.”