Nieuws

De Strontrace: hoe gaat die ook alweer?

EOC
FVEN

Het is, afhankelijk van weer en wind, zo nu en dan een barbaarse tocht. Toch doen elk jaar weer veel zeilers mee aan de Strontrace. Een tocht die zeilend, jagend, of bomend van Workum naar Warmond (Zuid-Holland) en weer terug gaat. Aan een stuk door, zonder moderne snufjes. Vermoeidheid is niet tegen te houden en het lichaam gaat kapot.

Toen Reid de Jong, u weet wel: de vuurtorenwachter van Workum, in 1974 de Strontrace in het leven riep, was dat met name om de traditie van de beurtvaart in ere te houden. Voorheen gingen veel Friese boeren met hun skûtsjes of tjalken bomvol koeienstront richting Zuid-Holland. Daar konden zij het spul goed gebruiken als mest voor bloembollenvelden. Zo ontstond eigenlijk een historische vaarroute.

Maar ja, oude tijden verstrijken. Zonde vond Reid, dus op zijn initiatief melden zeilschippers en bemanning zich nog elk jaar in Workum voor de tocht naar Warmond. Tegenwoordig gaat dat met zakken kunstmest. De start is traditioneel op de maandag in de herfstvakantie. Het startschot komt rond enen uit de mond van Reid zelf: “En nu oprotten”. Voor de thuisblijvers is het dan een kwestie van afwachten wanneer iedereen weer terugkomt. Heb je de weergoden mee, dan kunnen de eersten zomaar woensdagochtend ‘alweer’ de haven van Workum binnenzeilen. Maar dat kan ook zomaar vrijdag worden.

Loodzware race
Dat mag dus niet, gebruik maken van de motor of welk modern snufje ook. De Strontrace moet zeilend, bomend, jagend, op mankracht en pindakaas (of zoiets) volbracht worden. Alleen op bepaalde stukjes, zoals op het IJ bij Amsterdam, moet de motor aan in verband met de veiligheid. Geen gunstige wind kan dus betekenen dat je met z’n allen uren aan een boom of een trekband hangt om vooruit te komen. En dat maakt het loodzwaar. Men zegt zelfs dat de Strontrace de zwaarste wedstrijd met historische schepen is.

Route
Van Workum gaat het over het IJsselmeer naar Amsterdam. Daar is het kiezen uit twee routes. Op de heenweg via Enkhuizen, dan moet je op de terugweg via Lelystad. Andersom geldt die verplichting trouwens niet. Daarna kun je door Amsterdam of via Haarlem naar Warmond. Hier geld voor beide: de ene route heen, betekent de andere terug.

In Oude-Wetering krijgen de schepen symbolisch een pot augurken als retourvracht, dan lossen in Warmond en terug naar Workum. Snelle schepen winnen dus niet per se: het gaat om inzichten, ervaring, kennis en kracht.

Dit jaar doen er zes skutsjes mee in de lichte klasse van de Strontrace. Bas Krom van de Verwisseling lijkt hier al jaren niet te verslaan. Maar dit jaar doet ook de Sterke Jerke mee met schipper Pieter Jelles Tjoelker. Dit schip heeft in de IFKS al duidelijk van zich laten horen. De zware klasse heeft dit jaar geen deelnemers. De kraak Vooruitgang haakte af vanwege problemen met de keerkoppeling. De enige deelnemer die ook al enkele maken de Strontrace heeft gewonnen, de klipper Willem Jacob gaat nu de Beurtveer mee varen.

Lees het gehele artikel op de bron: Omroep Friesland