Nieuws

De geschiedenis van de luxemotor Nomadisch

FVEN
EOC

Govert Tukker en Huub Dofferhoff hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de luxemotor Nomadisch. De huidige eigenaar Berend Veldman is op hoge leeftijd en heeft 77 jaar met het schip gevaren. Beide auteurs zijn vrijwilligers van de Historische Scheepswerf Hoogezand –Sappemeer .

In 1928 hebben Jan Veldman en Tijtje v/d  Wijk opdracht gegeven aan de scheepswerf van Thiecke in Martenshoek tot de bouw van een luxemotor.

Luxemotor
Een luxemotor is een type schip dat, met het invoeren van de verbrandingsmotor in de scheepvaart, ontwikkelt werd.  In de traditionele zeilschepen was meestal geen plaats voor een dergelijke voortstuwing.  Vaak loste men dit op door een zgn. opduwer te laten bouwen die achter het schip werd vastgemaakt en zo de voortstuwing verzorgde. Uiteindelijk werd er een totaal ander schip ontworpen, waar ruimte was voor een dergelijke motor onder het stuurhuis. Om de schroef voldoende rendement te geven werd ook een nieuwe scheepsvorm in het achterschip noodzakelijk. Dit gaf ook weer ruimte om achter het stuurhuis een ruime kajuit te bouwen. Zo ontstond er een grotere mate van comfort en samen met een geheel andere wijze van sturen, met een stuurrad in plaats van een helmstok, kreeg men een mate van comfort die bij de schipperij niet bekend was, en zo ontstond al snel de naam “luxemotor” voor dit type schip.

Tijdens de bouw van het schip kwam de werf van Thiecke in financiële problemen en moest men het faillissement van de werf aanvragen. De rechtbank heeft toen besloten, omdat er al méér dan 90% van de bouwkosten was betaald, dat dhr. Jan Veldman, samen met z`n oudste zoon Hendrik en de werfbaas, het schip mochten afbouwen en te waterlaten. Zoon Berend was op dat moment 3 jaar oud. Toen op 8 juni 1944 Jan Veldman in Hengelo aan een hartstilstand overleed, ging Berend zelfstandig met het schip varen in dienst van zijn moeder Tijtje. Op 1 juni 1950 werd Berend enig eigenaar van het schip.

Er werd jaren vracht gevaren met dit schip, totdat midden 50-er jaren, van de vorige eeuw, de vraag naar grotere laadruimte ontstond.  Toen werd besloten de holte van het schip te vergroten door het gangboord omhoog te brengen. De werkzaamheden om de holte te verhogen vonden plaats bij fa. Hicken in Groningen. Dit bedrijf bouwde grotendeels motoren in binnenvaartschepen, maar af en toe werden er ook andere klussen gedaan.  Van de fa. Hicken is bekend dat dit een scheepssloperij werd onder de naam Hicken-Brookmann en gevestigd was in Wirdum. Dit bedrijf zou ca. 1975 zijn gestopt met haar werkzaamheden.

Ook op zee
Doordat er met de “Nomadisch” ook op zee werd gevaren, besloot men in 1963 de accommodatie te verhogen en de ramen van de kajuit te vervangen door patrijspoorten. Dit werd gedaan door smederij en stelmakerij Lubbers, die gevestigd was aan het Winschoterdiep, tussen Sappemeer en Zuidbroek. 

Volgens dhr. Veldman was deze Lubbers een uitstekend vakman en zou hij ook de betimmering van de accommodatie ter hand nemen. Doordat deze man het zo druk kreeg met de fabricage van stalen stuurhutten heeft Veldman de aftimmering zelf uitgevoerd.

De “Nomadisch” heeft door héél west Europa gevaren en wordt thans nog steeds bevaren en onderhouden door dhr. Berend Veldman (geb. 8-2-1925), die inmiddels de leeftijd der zéér sterken heeft bereikt. Er werd van alles vervoerd, zoals stukgoed, hout, stenen, enz. Eén vracht springt er uit en wel het transport van het beeld “de Waalpalen” dat thans staat in de Rembrandtlaan in Hoogezand.

Beeld de ‘Waalpalen’
Johan Anton de Waal startte in 1911 een bedrijf dat funderingspalen voor de bouw fabriceerde. Bij het 50-jarig bestaan van dit bedrijf, kreeg de beeldhouwer Dick Stins de opdracht hiervoor een gedenkteken te maken.  Het werd het tien meter hoge beeld “de Waalpalen” gemaakt uit brons en staal. Het stelt een arbeider voor die drie palen ondersteund en straalt de vastberadenheid uit van iemand die op zijn taken is voorbereid.  De familie-overlevering vertelt ons dat de arbeider de oprichter J.A. de Waal symboliseert die zijn drie zonen ondersteunt en begeleid bij het ontwikkelen van het bedrijf. Begin zeventiger jaren van de vorige eeuw verhuisde een deel van het bedrijf naar de Aert van der Neerweg in Hoogezand. Het beeld, dat inmiddels de naam “Arie” had gekregen, verhuisde mee en werd in 1976 door de “Nomadisch” opgehaald in de Riekerhaven in Amsterdam en vervoerd naar Hoogezand. Het beeld, met een eigen gewicht van ca. 8 ton, werd tegelijkertijd met een vracht zand vervoerd dat gebruikt werd als stuwzand. Sinds 1976 staat het beeld aan de Rembrandtlaan in Hoogezand.  Begin tachtiger jaren verliet het bedrijf  “de Waalpaal” Hoogezand weer en het beeld bleef achter. De gemeente beschrijft het thans als een ouderwetse werfarbeider die voor de boeg van een schip staat.  Dit is begrijpelijk, mede gezien het gegeven dat de scheepsbouw een grote betekenis had en heeft in Hoogezand.

De Nomadisch verdwenen op WInschoterdiep
Een voorval wat tot grote consternatie heeft geleid bij de mensen van Waterstaat, gebeurde zo`n jaar of zeven geleden.  De heer Veldman wilde verhuizen van zijn ligplaats, want je mocht maar 48 uur op dezelfde plaats afmeren langs het Winschoterdiep, en zocht zijn heil richting Winschoten. Hij had enige tijd in Martenshoek gelegen en aan de kade bij Welkoop werd hij door de Gemeente verzocht te vertrekken. Veldman wilde graag wat verandering van ligplaats en dacht aan Winschoten. Hij kon daar liggen, aan het begin van het Pekelderdiep, om te overwinteren. Het plekje was alleen bereikbaar met de fiets en hij kon er eindeloos ver kijken en werd af- en toe alleen begroet door een fietser.  Toen werd hij door Huub Dofferhoff geattendeerd op het haventje van Sappemeer en toen zijn ze daar heen gevaren. Omdat hij niet beschikte over een marifoon, moest de opening van de bruggen op het Winschoterdiep aangevraagd worden door op een knop voor de pleziervaart te drukken. Na het passeren van een aantal bruggen liep de “Nomadisch” de haven van Sappemeer binnen en koos daar een ligplaats. Omdat op de brugcamera`s de “Nomadisch” niet meer te zien was bij de eerstvolgende brug, richting Winschoten, werd direct groot alarm geslagen. Met 2 auto`s reden ambtenaren van Waterstaat aan weerszijden het kanaal langs om te kunnen ontdekken waar het schip gebleven was. Er werd gedacht aan wellicht een ongeluk met het schip.  Omdat er géén marifoon aan boord was, kon Veldman ook niet worden opgeroepen via het noodkanaal. Hij werd na enige tijd in de haven van Sappemeer gevonden, niets vermoedend wat hij had aangericht.

De laatste jaren werd er door Veldman niet veel meer gevaren met het schip, al ging hij elk jaar nog wel naar Nieuw-Statenzijl en deed hij nog wel tochten naar Farmsum, Winschoten en Groningen. De laatste keer dat er gevaren werd was naar het dok in Groningen, voor controle van het onderwater gedeelte van het schip..

Volledig certificaat
Vóór de keuring voor verlenging van het certificaat is 2 jaar geleden een marifoon geïnstalleerd en tevens een AIS-systeem, zodat men altijd een varend schip in de “kijker” kan houden. Met deze keuring is het schip weer voor jaren geschikt voor de vrachtvaart. In het droogdok in Groningen werd het grootste gedeelte van de bodem “gedubbeld” zodat het schip weer voor tientallen jaren over voldoende bodemdikte beschikt.

Met de schipper gaat het inmiddels wat minder goed.  Begin dit jaar werd hij getroffen door een herseninfarct en revalideert nu van de opgelopen schade. Omdat hij inmiddels de leeftijd van 96 jaar bereikt heeft, gaat deze revalidatie uiteraard in kleine stappen.

De scheepsgegevens van de “Nomadisch” zijn:

  • Scheepstype:                       Motorvrachtschip (luxemotor)
  • Europanummer:                 03040435
  • Bouwjaar:                             1928
  • Bouwwerf:                           Thiecke in Martenshoek
  • Kadasternummer:              435 B. Winsch. 1928
  • Tonnage:                              115 ton en na de verhoging van de holte 141 ton
  • Afmetingen:                         Lang: 27,30 meter. Breed: 5,08 meter.
  • Holte bij bouw:                    1,63 meter
  • Holte na verhoging:           1,87 meter
  • Motor:                                   Nering-Bögel
  • Motortype:                          EM2
  • Vermogen:                           50 pk
  • Motornummer:                   295