Archeologie, Musea en Behoud

Bij toeval een bijzonder scheepswrak gevonden

EOC
FVEN

Bij de Waddeneilanden is begin januari een bijzonder scheepswrak gevonden boven Terschelling. Het schip kwam boven bij de zoektocht naar de honderden zeecontainers die toen overboord waren geslagen van de MSC Zoe. Het gaat om het oudste zeevarende schip dat ooit in Nederlandse wateren is aangetroffen, aldus het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Het schip is waarschijnlijk het oudste dat tot nu toe is gevonden. Het dateert uit ongeveer 1536 en zit vol met koperen platen. Deze platen zijn voorzien van een merkteken van de familie Fugger, een rijke bankiers en koopmansfamilie.

Dankzij dit teken werd duidelijk dat het schip uit het midden van de zestiende eeuw moest komen. De familie Fugger bezat tot 1550 een kopermijn in Slowakije. De partij koper was vermoedelijk bestemd voor de haven in Antwerpen. De platen van ongeveer een meter bij een meter werden gebruikt om muntgeld van te slaan. In die tijd was daar een grote behoefte aan. Voor koper-expert van het Rijksmuseum Arie Pappot is dit dan ook een waanzinnige vondst. “Het is alsof je een pinpas vindt van 500 jaar terug.”

Op basis van wat er tot nog toe bekend is, staat vast dat het gaat om een schip met een platte bodem met een breedte van 7 tot 7,5 meter en een lengte van 25 tot 30 meter. Gladboordig bovendien, wat inhoudt dat de planken van de romp niet over (overnaads) maar op elkaar zijn geplaatst.

Aan de vooravond van de Gouden Eeuw waren er steeds grotere schepen nodig. ,,Door gladboordig te bouwen, kon dat’’, legt expert maritiem erfgoed Martijn Manders uit. ,,Dit schip is sowieso in Noord-Holland gebouwd. Dat is te zien aan de spijkerpennetjes in de planken.’’

Tijdens de bouw werden er klampen, kleine houten latjes tegen de planken geslagen, om ze op hun plek te houden. Manders: ,,Die moesten er uiteindelijk weer af natuurlijk. De spijkergaatjes werden gevuld met die houten pennetjes.’’ Omdat een verkeerde plank is afgeleverd voor de presentatie, kan de Noord-Hollandse vondst van bijna een half millennium geleden niet live worden getoond.

Duikonderzoek
In de zomer zal uit verder duikonderzoek moeten blijken of er nog meer onderdelen van het schip op de zeebodem liggen. Maritiem archeoloog Martijn Manders van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) schat dat het een schip van zo’n dertig meter lang was, met een ruim van minimaal zeven meter breed.

Hout uit het wrak is onderzocht. Gebleken is dat het rond 1536 in België en Duitsland is gekapt en dat het schip enkele jaren later vermoedelijk in Nederland is gebouwd.

Bekijk een filmpje over het wrak bij de NOS

Foto: de koperen platen uit het wrak